„Vreselijk veel water in de bak”
DEN HAAG – Het rapport over de scheepsramp met de schelpenzuiger Frisia in de nacht van maandag 13 op dinsdag 14 december bevat een reconstructie.
Maandagavond 20.41 uur meldt de schipper van de Frisia bij de verkeerscentrale Brandaris klaar te zijn met schelpenzuigen op de Gronden van Stortemelk, een gebied ten noorden van het zeegat tussen Vlieland en Terschelling. Het schip wil koers zetten naar Lauwersoog. Een collega-schipper adviseert vergeefs de schipper van de Frisia niet naar Lauwersoog te varen, gezien het weer.
Dinsdagmorgen om 04.10:06 uur meldt de schipper de Brandaris dat hij „vreselijk veel water in de bak (het schelpenruim)” heeft. Hij vraagt „assistentie en een pomp.” Tien minuten na de melding komt een vaartuig van een sleepbedrijf met een pomp naar de Frisia. Om 04.22:56 uur vraagt de schipper van de Frisia de Brandaris met „ongerustheid” in zijn stem of assistentie nog lang op zich laat wachten. Om 04.23:17 uur zegt de schipper bang te zijn te zinken. De Brandaris alarmeert het Kustwachtcentrum en vraagt om 04.27:41 uur het op 3,5 mijl afstand varende baggerschip Ostsee de Frisia te helpen. Rond 04.50 uur ziet de Ostsee twee drenkelingen, van wie er één uit het water wordt gehaald. Alle drie opvarenden van de Frisia komen uiteindelijk om.