Schrijf manifest voor herleving zendingsbesef
Om het zendingsbesef onder bevindelijk gereformeerden te laten herleven moet er volgens Gerwin Schinkel een zendingsmanifest geschreven worden zoals William Carey dat ruim twee eeuwen geleden deed.
Het zendingsbesef onder bevindelijk gereformeerden is tanend, zo stelde drs. J. H. van Doleweerd eerder in deze krant (RD 24-12). Hij signaleert in zijn opinieartikel vier trends: de last drukt niet, er is vlakheid in het spreken over zending, er is valse bescheidenheid en het profetisch getuigenis ontbreekt.
Onder druk van de tijdgeest lijkt de betrokkenheid op zending afgenomen te zijn. Vacatures voor zendingswerk blijken moeilijk in te vullen en leveren weinig reacties op. Het lijkt erop dat de gereformeerde gezindte de meeste tijd en energie steekt in aardse en materiële zaken. Onze gaven en talenten zetten we in ten dienste van onszelf in plaats van voor de Heere en Zijn koninkrijk.
Bovenstaande zaken, evenals toenemend dogmatisch relativisme en geestelijke lauwheid, zijn concrete en ernstige belemmeringen voor het zendingswerk. Spurgeon zei eens: „Als er iets is waarin lauwheid niet getolereerd moet worden, dan is het in de zaak van het zenden van het Evangelie tot een stervende wereld.”
Een krachtig appel tot grotere zendingsbetrokkenheid is dus noodzakelijk. Om de zendingsbetrokkenheid onder bevindelijk gereformeerden een nieuwe en Bijbelse impuls te geven, is het wenselijk dat (vertegenwoordigers van) missionaire en diaconale organisaties uit de gereformeerde gezindte zich gezamenlijk bezinnen op de zendingsopdracht. Die bezinning kan mogelijk resulteren in een zendingsmanifest of -pamflet.
Bij een zendingspamflet stel ik me een geschrift voor in gedrukte vorm dat een krachtige oproep bevat tot grotere zendingsbetrokkenheid. Bron voor het document is de Schrift; uitgangspunt de actuele situatie in bevindelijk gereformeerd Nederland. In het rapport wordt onder meer beschreven wat de huidige belemmeringen voor het zendingswerk zijn en hoe die obstakels weggenomen kunnen worden. Dat gaat gepaard met concrete voorstellen die uiteindelijk als doel hebben dat de zendingsbetrokkenheid in de kerken toeneemt.
Pionier van de wereldzending
Bij de bezinning hierop kunnen we leren van het verleden. Gedacht kan worden aan het leven en werk van William Carey (1761-1834). Deze ”pionier van de wereldzending” (W. van der Zwaag) schreef zelf ook een zendingspamflet. Carey werkte als schoenmaker, schoolmeester en voorganger voordat hij als zendeling naar India vertrok. Daar werkte hij ruim veertig jaar en werden onder zijn leiding de Bijbel of gedeelten ervan in veertig talen vertaald.
Carey leefde in Engeland in bevindelijke kringen waar de zendingsbetrokkenheid gering was. In navolging van John Bunyan, Thomas Boston en de gebroeders Erskine benadrukten Carey en zijn medestanders dat iedere zondaar de plicht heeft zich te bekeren en in Christus te geloven én dat christenen de plicht hebben om het Evangelie te brengen aan hen die nog nooit van Christus gehoord hebben (Rom. 10).
Na vele jaren van onderzoek en Bijbelstudie publiceerde Carey in 1792 het (nog steeds lezenswaardige) zendingspamflet ”Een onderzoek naar de verplichtingen van de christenen om de middelen te gebruiken tot de bekering van de heidenen”. Hierin benadrukt Carey dat christenen nog steeds gebonden zijn aan de zendingsopdracht die de Heere Jezus gaf aan Zijn discipelen. Daarnaast biedt dit manifest onder andere een indrukwekkende beschrijving van landen en volken in heel de wereld met betrekking tot hun godsdienst.
Na een hoofdstuk over de praktische uitvoerbaarheid van zendingswerk schrijft Carey in het laatste hoofdstuk over de plichten van christenen met betrekking tot de zendingsopdracht en welke middelen zij kunnen gebruiken om het zendingswerk te bevorderen. Als een van de eerste en belangrijkste zaken voor alle christenen noemt Carey vurig en verenigd gebed. Hij herinnert hierbij aan de maandelijkse gebedsbijeenkomsten voor het zendingswerk in diverse gemeenten in Engeland en de gunstige uitwerking en geestelijke vrucht die het had voor degenen die daaraan deelnamen.
Deskundigen
Een dergelijk appellerend en Bijbels georiënteerd missionair manifest naar het voorbeeld van William Carey zou geschreven kunnen worden door een groep (ervarings)deskundigen uit (bevindelijk) gereformeerde kring. Wat de inhoud betreft denk ik aan een Bijbelse bezinning op de zendingsopdracht, het wegnemen van huidige belemmeringen, een beknopt overzicht van vroeger zendingswerk, een actueel overzicht van bevolkingsgroepen en hun godsdienst (zie bijvoorbeeld joshuaproject.net) en middelen die christenen kunnen gebruiken om het zendingswerk te financieren, te bevorderen en samen te werken. Dit pamflet zou verspreid kunnen worden als katern bij de diverse zendingsmagazines.
De auteur werkt in het bedrijfsleven en studeerde aan de hbo-opleiding theologie van de CGO.
Zie ook: Zending leeft niet onder bevindelijk gereformeerden.