„Verdachten gaan vrijuit die eigenlijk wel opgespoord en vervolgd zouden moeten worden”, aldus de Rekenkamer. Hoe vaak dit precies gebeurt, is echter bij politie en justitie niet bekend. De informatie laat veel te wensen over. Zo zegt het Openbaar Ministerie veel meer zaken van de politie te ontvangen dan volgens de politie zijn aangeleverd.

Verder steken politie en Openbaar Ministerie vaak veel tijd in zaken die uiteindelijk nergens toe leiden, constateerde de Rekenkamer. Zo kan het gebeuren dat een kansrijke zaak, waarin al sporenonderzoek is gedaan en mensen zijn gehoord, toch weer moet wijken voor een nieuwe zaak die opeens weer de aandacht vraagt. Ook worden celstraffen vaak niet uitgezeten en boetes niet geïncasseerd.

Minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie moet nadrukkelijker de regie voeren over het hele proces van melding tot en met uitvoering van eventuele straf, oordeelt de Rekenkamer. Gebrek aan sturing leidt ook tot ongelijkheid: zo kan bijvoorbeeld internetfraude in de ene regio aangepakt worden en in de andere niet.

Minister Ivo Opstelten heeft al kennis genomen van het rapport. Hij verwacht onder meer dat een en ander zal verbeteren door de komst van de nationale politie. Opstelten komt nog met een brief aan de Tweede Kamer.