Benoeming vicepresident Raad van State transparanter
DEN HAAG (ANP) – De benoeming van de vicepresident van de Raad van State kan transparanter. De selectie van de kandidaten moet komen los te staan van de politieke benoeming. Nu ligt dit nog in een hand, waardoor de indruk kan ontstaan dat de nieuwe vicepresident lid van een bepaalde partij moet zijn.
Dat heeft de Nationale ombudsman Alex Brenninkmeijer woensdag geadviseerd aan minister Liesbeth Spies (Binnenlandse Zaken). Bij de benoeming van Piet Hein Donner tot vicepresident eind vorig jaar „kon twijfel ontstaan of de partijpolitieke voorkeur voorop stond”, vindt de ombudsman.
Vijf mensen die naar de functie van vicepresident van de Raad van State solliciteerden, hadden bij de Nationale ombudsman geklaagd dat ze geen kans maakten omdat de benoeming van Donner al in kannen en kruiken was. Bij de kabinetsformatie zouden al afspraken zijn gemaakt over de benoeming.
Het kabinet heeft altijd volgehouden dat de procedure correct is verlopen en dat er bij de kabinetsformatie niets is vastgelegd over de benoeming. Dat kan volgens Brenninkmeijer wel zo zijn, maar hij stelt ook vast „dat de wrevel over de procedure verklaard kan worden doordat de uiteindelijke benoeming berust op onderling afgestemde feitelijke gedragingen in en rond het kabinet.”
Als minister van Binnenlandse Zaken was Donner verantwoordelijk voor de benoeming, maar hij droeg die taak over aan collega Ivo Opstelten (Justitie). Daarmee was de weg vrij voor ander kabinetsleden om te solliciteren, inclusief Donner zelf.
In een toelichting heeft Brenninkmeijer het over een ’ratjetoe aan procedures’ waarbij de invloed van politiek partijen duister blijft. Dat de procedure eerlijk verloopt, is nu niet gewaarborgd. Het gaat de ombudsman om de beste kandidaat en dat is volgens hem niet per se iemand die door een partij naar voren wordt geschoven.
Brenninkmeijer raadt minister Spies aan met de Tweede Kamer in gesprek te gaan over de procedure bij politieke benoemingen.