ECB zet geldkraan nogmaals wagenwijd open
APELDOORN – De banken in de eurozone kunnen morgen opnieuw voor een periode van drie jaar geld lenen bij de Europese Centrale Bank (ECB). Zo veel als ze maar willen. Enkele vragen bij deze maatregel.
Hoe bijzonder is de steunoperatie?
Dit is niet eerder vertoond. Onder normale omstandigheden nemen de banken voor een korte duur liquiditeiten op in Frankfurt, veelal voor een dag of een week, hooguit voor zo’n twaalf maanden. Zij vullen op die manier hun tijdelijke kastekorten aan.
Maar nu noopt de schuldencrisis in de muntunie tot een onorthodoxe aanpak. Begin december kondigde president Draghi van de ECB twee rondes aan van een kredietverstrekking met een termijn van maar liefst drie jaar, tegen een rente van slechts 1 procent. Hij zette daarmee de geldkraan wagenwijd open.
Vlak voor Kerst was de eerste inschrijving. De belangstelling onder de banken bleek enorm. Zij slorpten 489 miljard euro op. Dat bedrag stemt overeen met ruim 5 procent van het bruto binnenlands product (bbp) van alle eurolanden samen. Morgen mogen zij nog een keer onbeperkt intekenen.
Wat wil de centrale bank met deze faciliteit bereiken?
De financiële bedrijven zijn gewend om dagelijks onderling overschotten en tekorten aan contant geld uit te wisselen, maar gaandeweg in 2011 veroorzaakten de problemen in het eurogebied grote onzekerheid over hun gezondheid. Tegen die achtergrond vertrouwden zij elkaar niet meer en durfden zij geen zaken meer te doen. De markt waarop zij de benodigde middelen aantrekken, droogde op. Daardoor ontstond het gevaar dat zij in acute nood zouden raken, dat zij op enig moment onvoldoende geld zouden hebben om de lopende transacties af te wikkelen.
De ECB beoogt de risico’s op dit punt te verkleinen. De banken kunnen met behulp van de leningen voor lange tijd hun financiering waarborgen. En de toekenning voorkomt dat zij door krapte steeds minder krediet verstrekken aan bedrijven en particulieren.
Tijdens de kredietcrisis was er toch sprake van eenzelfde situatie?
Klopt. Na de ondergang van de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers, in september 2008, functioneerde het financiële stelsel ook slecht. Om faillissementen en een ineenstorting van het systeem af te wenden, stelde Trichet, de voorganger van Draghi, toen eveneens ruimhartig liquiditeiten beschikbaar. Het bleek een succesvolle benadering.
Zijn er na het eerste deel van de ingreep, eind december, al effecten zichtbaar?
Jazeker. De spanningen op de financiële markten zijn in de achterliggende weken duidelijk verminderd. Draghi oogst dan ook veel lof.
Bovendien verschaft het ingezette beleid lucht aan de zwakke eurostaten, zo blijkt. Banken gaan met de opgenomen kredieten obligaties kopen van die overheden. Dat is immers best aantrekkelijk: zij lenen zelf tegen 1 procent en zetten die buffer vervolgens uit tegen veel hogere percentages. Door hun aankopen is de rente die landen zoals Spanje en Italië moeten betalen als zij een beroep doen op de kapitaalmarkt gedaald en krijgen zij tijd om met een doortastend en geloofwaardig saneringsbeleid hun zaken op orde te brengen en het vertrouwen te herwinnen. Sommigen menen dat het vooral aan de grootschalige actie van de ECB te danken valt dat de eurozone voorlopig is gered.
Maar al die honderden miljarden euro’s in de economie pompen, is dat wel verantwoord?
En daar komt nog bij dat Europa niet de enige regio is waar dit gebeurt. Japan deed het als eerste. Toen de rente daar, na de eeuwwisseling, zo ver was teruggeschroefd dat die niet meer als instrument gebruikt kon worden om te stimuleren, stapten de monetaire autoriteiten over op wat heet kwantitatieve verruiming. In de VS heeft voorzitter Bernanke van de Federal Reserve (Fed) de afgelopen jaren de geldpers ook op volle toeren laten draaien.
Critici benadrukken dat aan de overdosis aan liquiditeiten in de wereld een inflatierisico kleeft. Vooralsnog houden consumenten en bedrijven de hand op de knip, maar als zij het reservoir aanwenden voor bestedingen, zal dat een opwaartse druk op de prijzen geven. Dan zullen de centrale banken maatregelen moeten treffen om geld uit de economie terug te halen.