Dat heeft SGP-fractievoorzitter Van der Staaij maandagmorgen gezegd naar aanleiding van zijn reis in de tweede helft van vorige week naar dat land.

Zijn bezoek aan christenen in Egypte had onder meer ten doel de belangstelling bij de kopten voor meer politieke participatie te peilen, contacten te leggen en te bezien wat de mogelijkheden voor de SGP zijn om de kopten op politiek terrein te helpen.

Egyptische christenen hebben zich vanouds wat afzijdig gehouden van de politiek. Vooral bij jonge kopten echter bespeurde Van der Staaij duidelijke belangstelling voor de politiek. Ook hebben ze een sterke behoefte aan meer kennis over hoe ze politiek kunnen bedrijven.

De SGP gaat in de komende tijd bezien in hoeverre ze de kopten daarin kan helpen. „Ik vind dat de partij daar verder op moet inzetten”, aldus Van der Staaij vanmorgen.

Hij constateerde in diverse gesprekken met kopten dat politieke actie door kopten ook echt zin heeft. Zo waren er vrij recent door moslimradicalen acht christelijke families verdreven uit een dorp vlak bij Alexandrië. Dat was een wraakactie omdat een christen zich zou hebben misdragen. De autoriteiten bleven nadien afzijdig en boden de kopten onvoldoende bescherming.

Een christelijk parlementslid heeft de zaak echter brede bekendheid gegeven via de media, waarna het parlement besloot een onderzoeksdelegatie naar het dorp te sturen om met alle betrokkenen te praten. Dat heeft ertoe geleid dat een groot deel van de verdreven families weer mocht terugkeren naar hun huizen.

„Deze kwestie illustreert enerzijds de zorgelijke positie van kopten in Egypte, de rol van salafisten en de afzijdigheid van de overheid”, zei Van der Staaij vanmorgen, „maar anderzijds ook de hoop dat het parlement in het nieuwe Egypte daadwerkelijk iets kan betekenen voor christenen in dat land. Juist in deze tijd is het van belang dat er duidelijke grenzen worden gesteld bij dit soort incidenten. Het voorbeeld onderstreept het grote belang van faire wetgeving en laat zien waar Egypte vooral op zit te wachten: de uitbouw van de rechtsstaat.”