”Dat nooit meer” draait om vraag naar moraal
Een vuistdik boek, boordevol oorlogsaffaires – dat is de nieuwe, geruchtmakende publicatie van journalistiek historicus Chris van der Heijden.
Met ”Dat nooit meer” wil de auteur laten zien waar het door hem zozeer verfoeide denken in goed en fout over de oorlog vandaan komt. Daarbij overspeelt hij echter lelijk zijn hand.
Eerst was er ”Grijs verleden”. Daarin zette Van der Heijden het gangbare beeld over de Tweede Wereldoorlog op z’n kop. Het verhaal van de oorlog diende niet in zwarte en witte tinten, maar in grijs verteld te worden. We hadden ons door Loe de Jong, de rijksgeschiedschrijver van een onafzienbare reeks boeken over de oorlog, in de luren laten leggen. Zijn denken in goed en fout had ons op een verkeerd spoor gezet. De oorlog was veeleer een strijd om overleven geweest, met diffuse grenzen tussen goed en fout.
Nieuwe inspiratiebron
Nu is er ”Dat nooit meer”. Daarin legt Van der Heijden uit hoe de visie van De Jong tot stand kon komen en zo snel gezaghebbend werd in Nederland. Door de ontzuiling in de jaren 60 en het wegvallen van religieuze en politieke scheidslijnen hadden de Nederlanders behoefte aan een nieuwe inspiratiebron. Dat werd het verzet. De jongere generatie wist niet van de realiteit van de oorlog, de compromissen die met de bezetter gesloten moesten worden ”om erger te voorkomen” en omarmde gretig het duidelijke zwart-witbeeld van De Jong en de zijnen.
Spiegelbeeld
Zo ongeveer laat zich de kern van ”Dat nooit meer” samenvatten. Duidelijk is dat Van der Heijden niet loskomt van De Jong. Niet alleen in een stevig hoofdstuk in het hart van het boek, maar ook op tal van andere plaatsen duikt de grote voorganger op. Daarbij is het opmerkelijk dat Van der Heijden De Jong als een journalistieke, propagandistische historicus plaatst tegenover diens collega Dolf Cohen. Cohen was een strenge historicus die hamerde op het belang van afstand in tijd tot een te beschrijven periode. De sympathie van Van der Heijden ligt duidelijk bij de laatste.
Maar vreemd is dat toch wel. Van der Heijden is zelf, evenals De Jong, journalistiek aangelegd, en waar De Jong als Jood nauw betrokken was bij het onderwerp, zo is Van der Heijden dat via zijn ”foute vader” evenzeer. Ook heeft Van der Heijden door ”Grijs verleden”, dat behoort tot de laatste periode die de auteur beschrijft, eveneens niet de vereiste historische en persoonlijke afstand tot zijn onderwerp. In de beschrijving van De Jong wordt het spiegelbeeld van Van der Heijden duidelijk zichtbaar. De kritiek op De Jong doet daardoor niet al te geloofwaardig aan.
Moraal
In de kern draait ”Dat nooit meer” om de vraag naar moraal. Mogen latere generaties in hun herinneringen aan het verleden goed en kwaad aanwijzen? In het denken en spreken over de Tweede Wereldoorlog, zo laat Van der Heijden zien, is van 1945 tot op heden steeds de link met moraal gelegd. Afschuw van de nazi’s en hun handlangers, bewondering voor de helden van het verzet en bewogenheid met de slachtoffers kleuren oorlogsbeschrijvingen.
Van der Heijden vindt dat goed en fout geen absolute categorieën zijn, maar bepaald worden door plaats, tijd en groep. Hij hekelt daarom dat de Tweede Wereldoorlog sinds 1945 in toenemende mate een morele metafoor is geworden, om ons te helpen ook nu goed en fout te onderscheiden. Er zijn goede redenen om het met de relativerende opvatting van de auteur over goed en fout niet eens zijn.
Kleinburgerlijk en kneuterig
Duidelijk is dat die opvatting ook de beschrijving van de naoorlogse omgang met de Tweede Wereldoorlog kleurt. Van der Heijden signaleert met name bij sociaaldemocraten en protestanten alom moralisme. Zij zouden zwart-wit denken, kleinburgerlijk en kneuterig. Daartegenover stonden de realistischere rooms-katholieke politici en liberale media.
Dat signaleren van moralisme komt mede doordat moraal voor Van der Heijden een kwestie is van emotie. Hij miskent daarmee dat moraal voor velen gefundeerd is in diepe overtuigingen, religieuze en culturele bronnen, van waaruit ze tijdens de oorlog keuzes konden maken tussen goed en fout en nadien die lijn konden doortrekken. Als moraal louter iets wordt van emoties, dan is het begrijpelijk dat de grenzen tussen goed en fout verdampen.
Oorlogsaffaires
Van der Heijden beschrijft de nasleep van de oorlog. Dat doet hij door allerlei oorlogsaffaires op te diepen en achter elkaar te plaatsen. Het verband tussen zo’n affaire en wat er in de oorlog precies gebeurde, wordt veelal niet uitgelegd. Zo stelt de auteur dat er in de jaren 50 door de oorlogsaffaires, met name de Velser affaire en die rond het Englandspiel, een morsig beeld ontstond van de aard van het verzet.
Een deel van de morsigheid ontstaat echter door zijn beschrijving. Wij krijgen niet te horen wat er in oorlogstijd gebeurde, louter de discussies nadien.
Dat er een morsig beeld van het verzet ontstaat als je louter King Kong bespreekt, maar de gelijktijdige verering van de helden van het verzet achterwege laat, zegt vooral iets over je selectie. Zo ontbreekt de ook in de jaren 50 herdrukte biografie die Anne de Vries schreef van de protestantse verzetsheld Johannes Post.
Intellectuelen en politici
Sowieso komen de minderheden in de Nederlandse samenleving er bekaaid af. Van der Heijden schrijft over de Amsterdamse grachtengordel, de Hilversumse media en de Haagse werkelijkheid. De Joodse gemeenschap is vrijwel afwezig, terwijl ze een belangrijke rol speelde in de herinnering van de oorlog. Naar het in protestantse kring zeer invloedrijke en talloze malen herdrukte ”Snuf de hond” –voor enkele generaties schoolkinderen hét beeld van de oorlog– zal men tevergeefs zoeken.
Over de spiritualiteit van de zalig verklaarde Titus Brandsma is een pagina vol geschreven, maar de rooms-katholieke herinneringscultuur rondom hem –met scholen, straten, kerken en parochies naar hem vernoemd– ontbreekt. Van der Heijden heeft zo sterk gefocust op een groep intellectuelen en politici dat hij over het hoofd ziet wat er in brede lagen van de bevolking gebeurt.
Met ”Dat nooit meer” laat de auteur vooral zichzelf kennen in zijn opvattingen over geschiedenis en moraal. Als handboek over de nasleep en de verwerking van de Tweede Wereldoorlog in Nederland schiet het echter jammerlijk tekort.
Boekgegevens
”Dat nooit meer. De nasleep van de Tweede Wereldoorlog in Nederland”, door Chris van der Heijden; uitg. Contact, Amsterdam, 2011; ISBN 978 90 254 2094 9; 928 blz.; € 69,95.