De Duitse minister van Financiën Wolfgang Schauble liet weten dat Europa „in de loop van maart” een beslissing neemt over de eventuele ophoging. Duitsland was tot nu toe de belangrijkste tegenstander van een groter Europees noodfonds. Dat zou de begrotingsdiscipline van probleemlanden ondermijnen, vreesde Berlijn.

Tijdens het topoverleg van de twintig leidende wereldeconomieën probeerden de eurolanden steun te krijgen voor extra middelen waarmee het IMF op de financiële markten kan ingrijpen. Een groter vangnet moet financiële markten geruststellen dat Europa genoeg geld heeft voor eventuele nieuwe steunacties voor landen met schuldproblemen.

Diverse landen van buiten de Europese Unie lieten weten dat ze de kas van het IMF willen spekken, maar alleen als Europa eerst zelf actie onderneemt. Zij pleiten voor het combineren van het huidige tijdelijke noodfonds EFSF met het permanente noodfonds ESM, dat in juli van start moet gaan. Dit zou de eurozone een oorlogskas geven van zo’n 750 miljard euro.

„We zijn bereid om onze IMF-middelen te overwegen, maar alleen als we zien dat de eurozone geld heeft, en dat hebben we tot nu toe nog niet gezien”, zei de Britse minister van Financiën George Osborne tegen televisiezender Sky TV. Ook de Japanse minister van Financiën Jun Azumi sprak vergelijkbare woorden uit.

Als het Europese noodfonds wordt opgehoogd, kan het IMF wellicht rekenen op extra middelen ter waarde van 500 a 600 miljard dollar (370 a 445 miljard euro), bovenop de huidige middelen van 358 miljard dollar (266 miljard euro).

De EU-leiders ontmoeten elkaar weer op 1 en 2 maart in Brussel om de omvang van het noodfonds te bespreken. Schauble leek de hoop op een snelle beslissing zondag te temperen door te benadrukken dat „maart loopt van 1 tot 31.” De G20-landen willen voor hun volgende ontmoeting eind april in Washington beslissingen nemen over het verhogen van het vangnet.