Helft in bijstand voelt drang tot werk
DEN HAAG (ANP) – De helft van de mensen met een bijstandsuitkering ervaart nu door het contact met de gemeente „dwang en drang” om aan het werk te gaan. „Dat ze de plicht hebben om te solliciteren en daarbij iedere vorm van werk dienen aan te pakken, ervaart slechts een klein deel van de bijstandsontvangers. Dit is onaanvaardbaar.”
Dat schrijven minister Henk Kamp en staatssecretaris Paul de Krom (Sociale Zaken) maandag aan de Tweede Kamer. De twee VVD-bewindsmannen werken al een tijd aan aanscherping van regels, zodat werklozen meer gestimuleerd worden om te gaan werken. Daarbij willen ze gemeenten meer voorschrijven hoe ze mensen uit de bijstand activeren.
Volgens Kamp en De Krom zijn er grote verschillen in de wijze waarop gemeenten de bijstand uitvoeren en hebben gemeentelijke medewerkers een grote beoordelingsvrijheid. „Er zijn medewerkers bij de sociale diensten die de activerende principes van de bijstand goed toepassen, er zijn er ook die dat niet doen. Een eenduidige activerende aanpak is gewenst,” schrijven zij.
De staatssecretaris komt hiertoe met een wetsvoorstel. Met deze wet in de hand kunnen gemeenten iemand in de bijstand die niet of onvoldoende meewerkt om aan het werk te komen, beter aanspreken volgens De Krom. Dat kan betekenen dat iemand zijn uitkering verliest als hij een baan weigert, niet zijn best doet om deze te behouden of niet bereid is een langere reistijd van en naar het werk te aanvaarden.
Kamp kondigde in november vorig jaar al aan dat iemand in de bijstand die niet wil verhuizen voor een baan, zijn uitkering kan verliezen. Dit kwam hem op kritiek te staan in de Kamer. Ook regeringspartij CDA vroeg zich af of de VVD-bewindsman niet doorschoot en of mensen met een gezin niet in de problemen komen. Kamp zei toen dat dit soort vragen aangeeft hoe vaak allerlei redenen worden bedacht waarom werklozen niet een baan hoeven te accepteren en „precies de reden is” waarom sommigen in een uitkering blijven zitten.