Guimaraes is voor cultuurliefhebbers, niet voor zonaanbidders
Bijna ongemerkt komt de zon achter de berg Penha vandaan. De heuveltoppen in het westen lichten al op als het stadje in het dal zich nog in de schaduw van de vroege ochtend bevindt. Guimaraes ontwaakt.
De ontbijtzaal van hotel Fundador is ingericht op de elfde verdieping en niet zonder reden. Bijna nergens is het zicht op Guimaraes, eeuwenoud stadje in het noorden van Portugal, mooier dan vanaf deze plek. Het middeleeuwse stadscentrum met zijn mozaïek van rode pannendaken en hagelwitte muren lijkt aanraakbaar dichtbij. Aan de oostkant doet de beboste Penha zijn best om de ochtendnevels van zich af te schudden terwijl de zon achter zijn rug omhoog klimt om Guimaraes in een gouden gloed te zetten.
Guimaraes is dit jaar samen met Maribor in Slovenië Culturele Hoofdstad van Europa. Het stadje ligt ongeveer 60 kilometer van Porto en telt zo’n 50.000 inwoners. In 2001 werd het middeleeuwse stadshart op de Werelderfgoedlijst van Unesco geplaatst. Het ovaalvormige centrum is een verfijnd netwerk van met kasseien geplaveide straatjes en steegjes die pittoreske pleinen met elkaar verbinden. Vriendelijke huizen, opgetrokken uit natuursteen en hout, getooid met gietijzeren balkons en ruitjesramen, zoeken bijna verlegen steun bij elkaar. Sprookje uit een grijs verleden.
De charme van Guimaraes is dat het nog niet is aangetast door massatoerisme. De stad beschikt over een schat aan cultuur, maar heeft nu eenmaal geen zilverwitte stranden met palmbomen in de aanbieding – zonaanbidders trekken liever naar de Algarve.
De inwoners van Guimaraes zitten er ook niet op te wachten dat de stad een groot deel van het jaar wordt overgenomen door horden toeristen. Ze zijn vriendelijk en gastvrij voor mensen die op bezoek komen, maar ze blijven graag zichzelf. Internationale winkelketens en Amerikaanse fastfoodrestaurants zijn nog in geen velden of wegen te bekennen. Het straatbeeld wordt bepaald door kleinschalige ondernemers (verkopers van fruit, banket, kleding, een enkele schoenenpoetser op de stoep) en eenvoudige familierestaurants, waar voor weinig geld een goede maaltijd kan worden genuttigd. Bijvoorbeeld bacalhau, een niet te versmaden traditioneel gerecht op basis van gezouten gedroogde kabeljauw. Typerend is dat de oudere generatie vrijwel alleen Portugees spreekt – het is handig om bij een bezoek aan Guimaraes een klein woordenboek paraat te hebben.
Dat wil niet zeggen dat de inwoners van Guimaraes achterlopen. Bepaald niet. In het compacte stadshart (alles op loopafstand) is bijvoorbeeld gratis wifi beschikbaar, zodat met iPhone en iPad verbinding gemaakt kan worden met internet. Historische gebouwen zijn voorzien van een QR-code waarmee eenvoudig achtergrondinformatie kan worden opgeroepen.
Guimaraes heeft een rijk verleden en daar zijn de inwoners buitengewoon trots op. Op een stuk gereconstrueerde stadsmuur staat in niet te missen letters dat Guimaraes de geboorteplek van Portugal is. De tekst verwijst naar het feit dat Portugals eerste koning, Alfons I, in 1110 op het kasteel in Guimaraes werd geboren. Beelden en afbeeldingen van deze Afonso Hendriques duiken overal in de stad op: bij het kasteel, voor Paleis Coutos, in het gemeentehuis.
Aan het bewuste kasteel, opgetrokken op een heuvel even buiten de oude stadskern, valt weinig romantisch te ontdekken. Het is een massieve, ongenaakbare steenklomp die duidelijk maar één doel had: het beschermen van de bevolking tegen vijandelijke aanvallen. De donjon op de binnenplaats (voor een luttel bedrag te beklimmen) biedt wel een magnifiek uitzicht over stad en omgeving. De traditie wil dat Alfonso gedoopt is in de kapel pal naast het kasteel, maar daar zijn geen bewijzen van.
Beduidend comfortabeler was (en is) het hertogelijk paleis van de familie Braganca, dat in de vijftiende eeuw op een steenworp afstand van het kasteel werd neergezet. De vele schoorstenen (bijna veertig) geven aan dat de eigenaren er letterlijk en figuurlijk warmpjes bij zaten. De vertrekken zijn compleet ingericht, zij het niet met uitsluitend middeleeuwse voorwerpen. De lange tafels zijn gedekt, de bedden opgemaakt; het ziet er bewoonbaar uit. Opvallend zijn de schitterende wandtapijten met historische voorstellingen naar tekeningen van Rubens. In de kapel op de eerste verdieping klinkt religieus gezang – maar dat is slechts de digitale echo van een reeds lang vervlogen verleden.
Kasteel en paleis zijn via de Rua de Santa Maria verbonden met de plek waar gravin Mumadona Dias in de tiende eeuw een klooster stichtte en waar later de kerk van Onze-Lieve-Vrouw van Oliveira werd gebouwd, midden in het stadscentrum. De Rua de Santa Maria, even bochtig als schilderachtig, is vermoedelijk de oudste straat van Guimaraes.
De naam Oliveira verwijst naar de olijfboom die op het plein voor de kerk staat. Het verhaal gaat dat de oorspronkelijke boom uit de hof van Gethsémané kwam. De boom zorgde ervoor dat de altaarlamp in de gotische schrijn op het plein van olie werd voorzien. De boom verdorde echter, maar kwam weer tot leven toen koopman Pedro Esteves in 1342 een kruis op de schrijn plaatste. De huidige olijfboom stamt uit 1985.
Het overwegend rooms-katholieke Guimaraes oogt alleszins godsdienstig. Op verschillende plekken zijn statiën –taferelen uit de lijdensweg van Jezus– uitgebeeld en het aantal kerken en religieuze gebouwen is aanzienlijk. De St.-Gualterkerk (gewijd aan de schutspatroon van de stad) en de St.-Petruskerk springen het meest in het oog, maar grote verrassing is de kerk die gewijd is aan Franciscus van Assisi. Het gebouw ziet er vanbuiten sober uit; de enige opsmuk vormt de gotische toegang. Het contrast met het interieur kan echter niet groter zijn. De uiterst barokke inrichting doet de bezoeker ronduit versteld staan: het hoogaltaar, de beelden, het plafond zijn van een overweldigende pracht en schoonheid. Het is alles goud wat er blinkt. Cultuurliefhebbers kunnen hier hun hart ophalen. Al blijft de vraag of Franciscus, voorvechter van een leven in soberheid, er blij mee zou zijn geweest.
Guimaraes is gemakkelijk per vliegtuig te bereiken. De Portugese maatschappij TAP heeft een rechtstreekse verbinding tussen Amsterdam en Porto.
www.guimaraes2012.pt >>flytap.com
Penha
Even buiten het oude stadscentrum van Guimaraes voert een kabelbaan naar de top van de Penha. De berg aan de zuidoostkant van het stadje reikt tot 617 meter boven de zeespiegel. Het uitzicht is er schitterend. Guimaraes ligt in de diepte als versplinterd aardewerk. Verderop is Porto zichtbaar en bij helder kan zelfs een glimp van de Atlantische Oceaan worden opgevangen.
De Penha is een geliefd oord voor de inwoners van Guimaraes. Lopen de temperaturen in het dal op, dan is op de bosrijke bergtop verkoeling te vinden. Behalve de kerk, die vanuit het dal als markeerpunt op de Penha te zien is, zijn hier allerlei ontspanningsmogelijkheden. Bezoekers kunnen er wandelen, picknicken, midgetgolfen, kamperen en van een drankje genieten in een van de horecagelegenheden.
Opvallend zijn de enorme zwerfkeien die over de Penha lijken uitgestrooid. De wandelroutes slingeren er tussendoor en af en toe is het echt kruip-door-sluip-door. Onderweg wordt de wandelaar soms verrast door een weggestopt kapelletje met een Mariabeeld.
De berg zelf is ook te voet te bedwingen. Een paar stevige wandelschoenen zijn daarbij onmisbaar. Een andere manier om boven te komen is per mountainbike. Wie liever alleen wil afdalen met de fiets kan de tweewieler met de kabelbaan mee naar boven nemen. Aan elke gondel kunnen twee fietsen worden gehangen. Wel zo praktisch.