SP’er en SGP’er botsen over onderwijs
UTRECHT – Mag de overheid zich bemoeien met de inhoud van het onderwijs? „Ja, als er een brede maatschappelijke consensus is over een onderwerp is dat gerechtvaardigd”, stelde SP’er dr. A. Vliegenthart donderdagavond.
Vliegenthart, senator en voorzitter van het wetenschappelijk bureau van de SP, kruiste in Utrecht de degens met SGP-Tweede Kamerlid Dijkgraaf. Het debat was georganiseerd door de reformatorische studentenvereniging Depositum Custodi. Het thema van de debatavond was ”De reikwijdte van overheidsgezag”.
Vliegenthart viel SP-leider Roemer bij, die onlangs stelde dat de vrijheid van onderwijs wat hem betreft begrensd is. Hij vindt het voor de samenleving van het grootste belang dat mensen niet langs elkaar heenleven. Scholen kunnen maatschappelijke segregatie tegengaan, stelde hij. Daarvoor kan het nodig zijn dat de vrijheid van onderwijs wordt ingeperkt, aldus Vliegenthart. Dijkgraaf repliceerde met de opmerking dat recent onderzoek heeft aangetoond dat gemengde scholen de segregatie in de samenleving niet tegengaan.
Vliegenthart zei dat het niet zijn bedoeling is het christelijk onderwijs op te heffen. Het gaat alleen om het toelatingsbeleid van scholen. In plaats van de grondslag van de school te onderschrijven zouden ouders moeten kunnen volstaan met het respecteren ervan, vond hij.
Het kwam hem op een vraag van een van de studenten te staan of kinderen de grondslag wel respecteren. Vliegenthart antwoordde dat de ouders de keuze maken. Hij zei ervan uit te gaan dat zij niet voor een school zullen kiezen die diametraal tegenover hun opvoedingsideaal staat. Ze kunnen hun kind immers ook naar een andere school sturen.
Dijkgraaf hield staande dat niet de overheid maar de ouders beslissen over het onderwijs van hun kinderen. Dat geldt zowel het toelatings- en het benoemingsbeleid als de inhoud van de lessen, stelde hij. Hij gaf aan dat genoemde drie terreinen momenteel onder vuur liggen. Het grote gevaar van de aantasting van de vrijheid van onderwijs is, aldus Dijkgraaf, dat de overheid invloed kan krijgen op de opvoeding.
Mag de overheid zich bemoeien met de inhoud van het onderwijs? Als er brede maatschappelijke consensus over een bepaald onderwerp is, dan mag dat, vindt Vliegenhart. „Het is soms inderdaad tegen het zere been van minderheden. Dat er in het onderwijs aandacht is voor (homo)seksualiteit is goed. Dat doet recht aan wat er in de maatschappij leeft.”
Dijkgraaf stelde dat de overheid wel gaat over het wat van het onderwijs maar niet over het hoe, ofwel de inhoud. „Den Haag mag niet voorschrijven wat scholen moeten vinden van onderwerpen als schepping/evolutie en (homo)seksualiteit.”