Erfenis Vaticanum II niet onomstreden
De erfenis van Vaticanum II is niet onomstreden, bij conservatieven evenmin als bij vernieuwingsgezinden. Een Canadees onderzoeker die in Leuven werkt, Philippe Roy, bestudeert momenteel de invloed en het belang van een conservatieve lobbygroep op het concilie, de ”Coetus Internationalis Patrum”, die de entourage van de omstreden mgr. Lefebvre vormde op Vaticanum II. Deze groep vormde de basis voor de controversiële priesterbroederschap Sint Pius X, die tot op vandaag de besluiten van Vaticanum II blijft afwijzen. Het Vaticaan eiste de erkenning van enige uitspraken van dit concilie om een traject tot re-integratie van de broederschap in de Rooms-Katholieke Kerk mogelijk te maken, hoewel dit proces recent is gestrand. „Daaraan merk je hoe Rome vandaag niet helemaal toegeeft aan de meest rechtse strekkingen”, aldus Schelkens.
Vorige week presenteerde Schelkens een verzameling bijdragen over Vaticanum II, onder de titel ”La théologie catholique entre intransigeance et renouveau” (de katholieke theologie tussen onverzettelijkheid en vernieuwing). Aan de orde komt onder andere hoe er gedurende de twintigste eeuw in de liturgie meer aandacht kwam voor actieve participatie in de mis, die voorheen slechts een passief kijkspel van de massa was waarbij de priester in onverstaanbaar Latijn sprak.
Het concilie wilde vernieuwen, maar niet door met de traditie te breken, aldus Schelkens. „Veeleer ging het om een uitzuiveringsproces van wat die traditie werkelijk inhield. Zo zocht men de grond voor liturgievernieuwing voortaan in de Bijbelse tradities. Vaticanum II riep dan ook expliciet op tot hernieuwde aandacht voor de prediking en het lezen van de Bijbel, een opvallend gegeven in de geschiedenis van Rome, waar Bijbelstudie door de leek werd gewantrouwd door de kerk.”
Een andere nieuwe ontwikkeling was dat Vaticanum II na een halve eeuw strijd en afwijzing de historisch-kritische Bijbelwetenschap wilde bevorderen. De concilievaders waren erg beducht dat de vernieuwingsgezinde theologen de oude rooms-katholieke leerstellingen zouden wijzigen. „Het nieuwe van Vaticanum II was dat de katholieke waarheid gepresenteerd werd in een taal die minder apologetisch was en die geen aanstoot zou geven aan niet-katholieken. De taal sloot meer aan bij die van de Bijbel en de kerkvaders. Men wilde rekening houden met de gevoeligheden van niet-katholieken die aanwezig waren in Rome tijdens het concilie. Dit is een erfenis die mijns inziens katholieken vandaag te koesteren hebben: hun overtuiging presenteren in respect voor de ander.”