Economie

Subsidie van een ton op een arbeidsplaats

Meer werkende moeders wilde de overheid. En dat is gelukt. Maar de laatste jaren ging dat tegen wel érg hoge kosten. „Een ton subsidie per baan per jaar: dat zou geen kosten-batenanalyse overleven.”

Marcel ten Broeke

22 February 2012 18:04Gewijzigd op 14 November 2020 19:31
Kinderdagverblijf in Haarlem. Foto ANP
Kinderdagverblijf in Haarlem. Foto ANP

Het is onderzoeker Egbert Jongen ook opgevallen hoe verschillend de media vorige week berichtten over de studie van hem en zijn collega’s bij het Centraal Planbureau (CPB). Daarin werd onderzocht of de fors hogere subsidies voor met name kinderopvang de afgelopen jaren ook daadwerkelijk meer moeders de arbeidsmarkt op hebben gekregen.

Waar deze krant de bericht­geving vooral richtte op het feit dat er jaarlijks 3 miljard euro méér voor nodig was om tussen 2005 en 2009 per saldo 30.000 moeders extra aan het werk te helpen –een jaarlijkse ‘subsidie’ dus van 100.000 euro per baan–, overheerste in andere media de conclusie dat het overheidsbeleid had gewerkt: het aantal werkende moeders was immers gestegen.

„Het is lonend geweest om te investeren in kinderopvang”, reageerde de branchevereniging van de opvangsector zelfs opgetogen in de Volkskrant.

Het is niet de eerste studie waaruit blijkt dat hogere kinderopvangsubsidies –waardoor de overheidsuitgaven aan kinder­opvang explodeerden van 700 miljoen in 2002 tot 3 miljard euro in 2009– de werkgelegenheid slechts marginaal hebben vergroot. Voor het eerst hangt er nu echter een duidelijk prijskaartje aan die beperkte banengroei.

Die 100.000 euro per extra baan per jaar zal veel mensen verbazen, denkt Jongen. „Er wordt vaak gedacht dat het effect op de werkgelegenheid per euro subsidie veel groter is.” Waardeoordelen over het kostenplaatje spreekt het CPB in het rapport –afgezien van de term „aanzienlijk”– niet uit. Ook Jongen houdt zich wat op de vlakte. „Die 100.000 euro verdient zichzelf niet terug, dat is wel duidelijk”, zegt hij.

Bas Jacobs, hoogleraar economie en openbare financiën aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, is stelliger: „Een ton per jaar aan subsidie betalen voor iedere extra baan is weinig effectief arbeidsmarktbeleid. Dat zou natuurlijk geen enkele kosten-batenanalyse overleven.”

Al is het volgens de econoom mogelijk dat de overheid niet zozeer de arbeidsmarkt voor ogen had met het beleid, maar juist de wens om gezinnen met kinderen extra te ondersteunen. Jacobs: „Dan ligt de uitkomst genuanceerder, want dat is inkomenspolitiek en daar gaan economen niet over.”

Dat de hogere opvangsubsidies volgens het CPB slechts meer middelbaar en hoger opgeleide moeders aan het werk hebben geholpen en geen vrouwen met lagere inkomens, geeft volgens Jacobs echter ook in dat geval te denken. „Als de kosten van je beleid vele malen de baten van de hogere participatie overtreffen en de subsidie ook nog eens in een verkeerde richting stroomt, dan zou ik als overheid toch nog maar eens sterk nadenken over het nut en de noodzaak van je regeling.”

Hoewel Jacobs het „volkomen legitiem” noemt dat de overheid de participatie met prikkels wil bevorderen „omdat er maatschappelijk gezien te weinig formele arbeid wordt verricht”, ziet hij wel graag „prikkels die werken.”

Het bijna gratis maken van kinder­opvang doet dat volgens hem niet. Jacobs: „Dan weet je zeker dat mensen er gebruik van maken. En dat is massaal gebeurd, maar zonder dat moeders veel meer zijn gaan werken. Dat komt doordat de informele opvang, waar vroeger niet voor werd betaald, vervangen is door een betaalde, formele variant. Ik denk dat de overheid dit effect destijds on­voldoende heeft ingezien.”

Ook CDA-Kamerlid Van Hijum stelt dat de vergoedingen voor kinderopvang de afgelopen jaren zó ruim waren dat ze „slechts beperkt ten goede zijn gekomen aan de arbeidsparticipatie, maar veel meer de omzet en de prijs van de opvang hebben opgejaagd.”

De werkgelegenheid in de opvangsector bleef ook niet bepaald achter, blijkt uit cijfers van onder meer kennisinstituut Movisie. Tussen 2005 en 2009 –exact de periode die ook het CPB onder de loep nam– groeide het aantal banen voor vrouwen in de branche met circa 21.000, waarmee een aanzienlijk deel van de door het CPB geconstateerde extra banengroei door de hogere opvangsubsidies juist in de kinderopvangsector zelf lijkt plaats te hebben gehad.

Ook Sebastiaan Dekkers, directeur van 4Kids –in omvang het derde gastouderbureau in Nederland– laakt het dat de overheid formele kinderopvang de achterliggende jaren zo goedkoop heeft gemaakt „dat ouders eigenlijk niet meer willen of durven vragen of opa en oma misschien kunnen oppassen.”

Daarbij komt volgens de 4Kidsdirecteur nog dat uit onderzoek blijkt dat, juist door die lage opvangprijs, door zowel kinderdagverblijven als (zij het in veel mindere mate) gastouders vaak fors meer uren worden gerekend, dan er daadwerkelijk nodig zijn.

Hoewel het huidige kabinet al het mes zette in de opvangregelingen, verwacht Dekkers dat er nieuwe bezuinigingen aan zitten te komen. „Er is jarenlang feitelijk geen controle geweest op het aantal gedeclareerde uren in de sector. Dat was misschien leuk voor de ondernemers in de kinderopvang, maar het gaat natuurlijk wel om publiek geld. Zeker gezien de huidige crisis kan dat niet doorgaan.”

Volgens de directeur van het gastouderbureau kan bezuinigen ook wel, omdat er nog voldoende lucht zit in de huidige regeling. Want hoewel het kabinet sinds dit jaar het aantal uren (in de dagopvang) waarvoor kinder­opvangtoeslag geldt heeft gemaximeerd op 140 procent van het aantal gewerkte uren door de minst werkende ouder, is de regeling volgens Dekkers nog altijd erg ruim. „Een niveau van 120 procent, en dat voor 47 weken per jaar, is véél realistischer. Zo kan een ouder die 8 uur per dag werkt toch 47 weken lang 10,5 uur per gewerkte dag declareren. Daarmee voorkom je dat, zoals nu nog vaak gebeurt, ouders ook tijdens vakanties gewoon moeten doorbetalen. Nu maakt dat ouders weinig uit: de kosten zijn toch laag.”

Door het huidige maximum aan toeslaguren verder te verlagen, kan de overheid volgens Dekkers relatief eenvoudig honderden miljoenen besparen op de kinderopvangsubsidie. „Zo’n maatregel valt goed uit te leggen en sluit ook veel meer aan bij de voorkeuren van ouders dan het verder afknijpen van uurvergoedingen of de gastouderopvang.”

Dijkgraaf, SGP

„Het CPB toont ondubbelzinnig aan dat de arbeidsparticipatie bijna niet reageert op subsidies. Wij waren het al, maar steeds meer mensen raken er zo van overtuigd dat we met dit beleid in onze eigen voet schieten. De commissie die zich buigt over een andere inrichting van het belastingstelsel, moet hier maar eens goed naar kijken. Waarbij het voor de koopkracht van gezinnen wel van belang is dat geld dat op de ene plek wordt weggehaald, elders weer wordt gecompenseerd.”

Ortega-Martijn, ChristenUnie

„Het participatiebeleid heeft veel gekost en weinig opgeleverd. Toch wordt door vakbonden en de opvangbranche geroepen dat vrouwen massaal minder gaan werken als er op subsidies wordt gekort. Als je de CPB-cijfers erbij pakt, lijkt dat nogal mee te vallen. We zullen moeten kijken naar andere manieren om opvang te regelen, zodat we de balans terugbrengen tussen solidariteit en eigen verantwoordelijkheid ten opzichte van de zorg voor kinderen.”

Koser Kaya, D66

„Het is duidelijk dat de kaasschaaf in de kinderopvang leidt tot het terugtreden van vrouwen op de arbeidsmarkt. Hoge kosten? Ja, maar ik vind het CPB-onderzoek wel eenzijdig op het prijskaartje gericht. Je moet ook kijken naar het welbevinden van kinderen, dat stijgt met goede opvang. Wel vind ik dat de regeling hervormd moet worden. Voor gastouderopvang, die vroeger door oma werd gedaan, wordt ook subsidie verstrekt. Daar is veel geld mee gemoeid. Dat moet stoppen.”

Berckmoes, VVD

„Arbeidsplaatsen die 100.000 euro per baan per jaar kosten: dat kan niet de bedoeling zijn, Belastinggeld moet je zorgvuldig besteden. Nu blijkt dat dit onverstandig gebeurt en laag opgeleiden hiervan nog het minst profiteren: het is dus echt zonde van de centen. Wij vinden dat mensen zelf moeten kunnen bepalen welke vorm van opvang ze kiezen, maar ook dat daar eigen verantwoordelijkheid bij hoort. Emancipatie is veel meer dan het verstrekken van opvangsubsidies.”

Van Hijum, CDA

„De vergoedingen in de opvang zijn zó ruim dat ze slechts beperkt ten goede zijn gekomen aan de arbeidsparticipatie, maar veel meer de omzet en de prijs van de opvang hebben opgejaagd. Dat relativeert ook de negatieve effecten van de bezuinigingen die we nu doorvoeren. Mensen zullen op zoek gaan naar alternatieven en heus niet direct minder gaan werken. Het zou wel goed zijn om de flexibiliteit voor ouders te vergroten. Nu worden er nog te veel uren vergoed die de arbeidsparticipatie niet ten goede komen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer