Dat maakten de Associated Baptist Press en de joodse nieuwskanalen JTA en Forward dinsdag bekend.

Presidentskandidaten hebben de vrijheid om hun geloof aan het publiek uit te leggen, zo stelt de verklaring ”Religion in Political Campaigns, An Interfaith Statement of Principles”. Maar bij sommige momenten kan een beroep op religieuze overtuigingen ongepast zijn en tot verdeeldheid leiden, aldus de verklaring.

„Kiezers moeten worden opgeroepen hun keuze te maken door de kandidaten te beoordelen op hun kwaliteiten, integriteit en politieke standpunten”, staat er. „De religieuze achtergrond –of het gebrek daaraan– mag nooit worden gebruikt door kiezers, of in stelling gebracht door politieke kandidaten, als een test voor een publieke functie of als een verkorte samenvatting van de kwaliteiten van een kandidaat.”

In de Verenigde Staten is het niet ongebruikelijk om het geloof te betrekken bij de politiek. Amerikaanse politici kunnen makkelijk spreken over het land als „one nation under God”. Enkele maanden geleden betoogde presidentskandidaat Mitt Romney dat de wereldheerschappij door God aan Amerika was voorbehouden. Diezelfde Romney ligt de laatste tijd onder vuur vanwege zijn mormoonse achtergrond. Tegenstanders grijpen zijn overtuiging aan om hem in een kwaad daglicht te stellen. Een andere kandidaat, Rick Santorum, opende onlangs de aanval op Obama door te zeggen dat zijn regeringsbeleid niet Bijbels is.

De verklaring werd onder andere ondertekend door de Raad van Kerken in de Verenigde Staten en Anti-Defamation League, een organisatie die vecht tegen anti-semitisme en laster in het publieke domein. Joodse organisaties als American Jewish Committee en de Union for Reform Judaism doen mee. Christenen zijn vertegenwoordigd door instellingen als Baptist Joint Committee for Religious Liberty en de United Methodist Church. Ook andere religieuze overtuigingen hebben de verklaring ondertekend.

Lees hier de gehele verklaring.