Bij de Amerikaanse luchtmachtbasis Bagram, waar het incident zou hebben plaatsgevonden, gooiden betogers met benzinebommen en stenen. Bewakers schoten met rubberkogels om de menigte van ongeveer 1000 mensen uiteen te drijven.

Ook in de hoofdstad Kabul demonstreerden duizenden Afghanen. Zij riepen leuzen tegen de internationale troepenmacht en voor het in hun ogen heilige boek. Voor zover bekend zijn er geen mensen om het leven gekomen tijdens de ongeregeldheden.

Generaal John R. Allen, de Amerikaanse commandant van de NAVO-troepen in Afghanistan, kondigde een diepgaand onderzoek aan naar het incident. Daarbij worden Afghanen betrokken, om het zo transparant mogelijk te doen. In de nacht van maandag op dinsdag zou een aantal korans per abuis tussen het afval zijn beland, dat zou worden verbrand in de ’shit pit’, oftewel de vuilnisbelt.

De Amerikaanse minister van Defensie Leon Panetta noemt de verbrandingen „diep betreurenswaardig.” Volgens hem is het „niet representatief voor de opvattingen van het Amerikaanse leger.”

Het is nog onduidelijk of er inderdaad ’heilige’ boeken zijn gesneuveld. Volgens overheidsfunctionarissen in Afghanistan ontdekten Afghaanse vuilnisverwerkers dat de korans zich tussen het afval bevonden. Zij legden de werkzaamheden direct stil.

Eerdere incidenten met koranverbrandingen hadden dramatische gevolgen. Vorig jaar braken in Afghanistan grote ongeregeldheden uit toen de extremistische Amerikaanse predikant Terry Jones een koran liet verbranden. Tientallen mensen werden om het leven gebracht tijdens lynchpartijen en uit de hand gelopen demonstraties in het Centraal-Aziatische land. Onder hen waren tien medewerkers van de Verenigde Naties. Twee van hen werden onthoofd.

De NAVO wil herhaling koste wat kost voorkomen. Het bondgenootschap maakte dinsdag bij monde van Allen alvast excuses voor het koranverbrandingsincident in Bagram. De militair bood de president, de regering en „het nobele volk” van Afghanistan zijn „oprechte verontschuldigingen aan voor welke ergernis dan ook, die kan zijn ontstaan.” De verklaring werd continu herhaald op de Afghaanse staatstelevisie.