„Economie Syrië lijdt zwaar onder sancties”
DAMASCUS – De economie van Syrië heeft veel te lijden van de sancties die het buitenland heeft opgelegd aan het regime van president Bashar al-Assad.
Door het embargo op de export van olie en andere producten uit Syrië naar het buitenland daalt de voorraad buitenlandse deviezen van de centrale bank van het Arabische land in een rap tempo.
Dat heeft de vooraanstaande Syrische ondernemer Faisal al-Qudsi gezegd in een zondag gepubliceerd interview met de BBC. Qudsi leidt een in Londen gevestigde investeringsbank. Hij heeft veel belangen in het bedrijfsleven in Syrië.
Volgens Qudsi is de voorraad buitenlandse deviezen van Syrië sinds de invoering van de sancties meer dan gehalveerd. Qudsi stelt dat niet alleen de Syrische export fors is afgenomen, maar dat ook het toerisme volledig is ingestort. „Iran heeft geld gestuurd, maar dat is niet genoeg”, zegt de zakenman, een zoon van oud-president Nazem al-Qudsi.
Qudsi denkt dat de militaire actie van het regime tegen de oppositie nog hooguit zes maanden kan doorgaan. „Het leger begint moe te worden. De militairen moeten gaan praten of in ieder geval stoppen met moorden. Zodra dat gebeurt, zullen een miljoen mensen de straat opgaan.”
Qudsi zegt dat het Syrische staatsapparaat langzaam desintegreert en in bolwerken van de oppositie als Homs, Idlib en Daraa nauwelijks meer functioneert. „Er zijn daar geen rechtbanken en de politie is niet geïnteresseerd in het bestrijden van de misdaad. Dat is heel slecht voor de regering.” Qudsi denkt niet dat Assad vrijwillig opstapt. Hij voorspelt dat de president tot het einde zal vechten.
Egypte heeft zijn ambassadeur gisteren teruggeroepen uit Syrië. Daarmee laat Egypte zien „dat het ontevreden is over de toestand in Syrië”, aldus het ministerie van Buitenlandse Zaken in Caïro. In een reactie zou Syrië zijn ambassadeur in Egypte ook hebben teruggeroepen.
Eerder haalden de golfstaten hun ambassadeurs al uit Syrië. De Arabische landen eisen dat het regime het harde optreden tegen demonstranten staakt. Door militair ingrijpen zijn het afgelopen jaar duizenden Syriërs om het leven gekomen.
China zoekt intussen naar een oplossing voor het conflict in Syrië op basis van het vredesplan van de Arabische Liga. Die verrassende verklaring, die Peking zaterdag deed uitgaan, lijkt moeilijk te rijmen met het veto dat de Chinese regering onlangs uitsprak over een VN-resolutie met een vergelijkbare strekking.
De paradox weerspiegelt China’s streven naar een bemiddelaarsrol in Syrië, zonder bemoeienis van de Verenigde Naties. Het schrikbeeld van militair ingrijpen door de internationale gemeenschap staat de regering in Peking na de VN-resoluties en de daaropvolgende NAVO-campagne tegen Libië nog helder voor de geest.
Syrische ordetroepen hebben zaterdag in Damascus met scherp geschoten op duizenden mensen die deelnamen aan een rouwstoet die in een betoging verkeerde. Volgens activisten is daarbij zeker één dode gevallen.