Verhoudingen tussen coalitie en SGP uitgesproken warm
Geen geheim gedoogakkoord. En geen schriftelijke afspraken tussen coalitie en SGP. Toch zitten Van der Staaij, Dijkgraaf en Holdijk zó dicht op het kabinet, dat ze eigenlijk bijna meeregeren.
Een druilerige herfstavond, ergens in november. Een doorgaans wat schuchtere SGP-medewerker verlaat het Kamergebouw en steekt het Haagse Plein over richting station. Plots wordt hij, deels tot zijn eigen verbazing, aangesproken door VVD-staatsecretaris Teeven (Justitie), die juist op weg is naar de Kamer. Een kort gesprek, een handdruk, een groet – en ieder gaat zijns weegs.
Een niemendalletje, het vermelden nauwelijks waard? Toch niet. Het voorval tekent haarscherp de nauwe banden die er het afgelopen jaar zijn gevallen tussen kabinet, gedoogpartner PVV én de kleine christelijke fractie. Deze regering ziet SGP’ers letterlijk zitten.
Exemplarisch daarvoor is ook het gemak waarmee kopstukken uit het kabinet, zoals VVD-minister Kamp (Sociale Zaken), komen opdraven op bijeenkomsten van SGP-jongeren of aan de SGP gelieerde clubs. Zo luistert niemand minder dan premier Rutte komende maand de jaarlijkse SGP-jongerendag met zijn aanwezigheid op. Ter vergelijking: met de christelijke premier Balkenende kwam de SGP-jeugd in acht jaar tijd niet verder dan een toespraak via een videoscherm.
Het beeld dat oprijst, is eenduidig: de verhoudingen tussen kabinet en SGP zijn niet alleen goed, ze zijn uitgesproken warm.
De oorsprong hiervan ligt in de verkiezingstijd van 2010. Nadat de VVD, diep in de nacht van 9 juni, nipt als winnaar uit de stembusstrijd was gekomen en Rutte later, na het mislukken van paars plus, een serieuze formatie ‘over rechts’ ging proberen, legde hij al snel contact met zijn collega-partijleider Van der Staaij. „Even bijpraten?”
Ruttes politieke instinct gaf hem metéén in dat hij die twee staatkundig gereformeerde zetels nog wel eens hard nodig zou kunnen krijgen. Al was het maar als extra buffer. Want: 76 zetels voor VVD, CDA en PVV ís een meerderheid, maar wel de kleinst denkbare.
Dat de SGP een stempel had weten te drukken op het kabinetsbeleid, bleek toen op 30 september 2010 het regeer- en gedoogakkoord werd gepresenteerd. Opmerkelijk genoeg zette de coalitie niet in op een verruiming van het aantal koopzondagen en nam zij geen enkel initiatief om wet- of regelgeving op medisch-ethisch terrein te verruimen.
Maar er was, zo bleek na verloop van tijd, meer. Zo haalde de VVD in oktober 2010 haar handtekening weg onder de initiatiefwet van D66 om het verbod op godslastering uit het Wetboek van Strafrecht te schrappen.
Toevallig? Natuurlijk niet. Dit soort acties zijn het regelrechte gevolg van contacten die Van der Staaij, op uitnodiging van Rutte, in augustus had met VVD, CDA en PVV.
Daarin heeft de SGP-leider laten weten, zei senator Holdijk onlangs tijdens een spreekbeurt voor de SGP-kiesvereniging Elspeet, dat zijn fractie in principe genegen was de bezuinigingsplannen van de nieuwe coalitie te steunen, maar dat die steun voor hem moeilijk zou worden als het nieuwe kabinet verslechteringen zou aanbrengen op een vijftal terreinen: abortus en euthanasie, koopzondagen, de gewetensbezwaarde trouwambtenaar, de mogelijkheid voor christelijke scholen om homoseksuele docenten te weren, en het nog altijd bestaande verbod op godslastering.
Rutte begreep die boodschap direct. De fracties van VVD, CDA en PVV eveneens. Morrend gingen de liberalen –na pittig fractieoverleg– akkoord met een overeenstemming die in strikte zin geen akkoord genoemd mag worden, maar hooguit een gentleman’s agreement: wij houden rekening met de wensen van de SGP; de SGP steunt als het even kan onze bezuinigingsplannen.
Nee, op papier gezet was er niets. Maar de vier partijleiders hadden elkaar wel degelijk goed verstaan. Er was chemie, er was vertrouwen. Een man een man, een woord een woord.
„We kijken met een schuin oog naar de positie van de SGP”, erkende een kersverse minister-president daarom ronduit, twee dagen na de presentatie van het regeerakkoord, op een VVD-partijraad in Gorinchem.
Onmisbaar
Was het aanvankelijk de strategie van ”je-kunt-nooit-weten” die de coalitie in de richting dreef van de staatkundig gereformeerden, na de verkiezingen voor de Eerste Kamer, op 23 mei 2011, was steun van de SGP feitelijk onmisbaar geworden. Zonder het ja van senator Holdijk kan de regering wetten maken wat ze wil, maar is de kans dat deze na de Tweede Kamer ook de Eerste Kamer zullen overleven bijzonder klein. VVD, CDA en PVV (36 zetels) komen in de Senaat immers precies één stem te kort om op gevoelige dossiers echt te kunnen doorpakken.
Die spilpositie in de Senaat plaatst de SGP –tot afschuw van de linkse, libertaire oppositie– praktisch gezien in het centrum van de macht. Waar de meeste bewindslieden op hun werkbureau een fotolijstje met hun dierbaren hebben staan, prijkt daar sinds mei 2011 misschien nog wel een ander portret naast: dat van de vriendelijke en bedeesde boerenzoon uit Uddel. Opdat ministers, als ze een ambtenaar complimenteren met een goed wetsvoorstel, niet vergeten daaraan toe te voegen: „Eh…, maar wat vindt Gerrit er eigenlijk van?”
Cijfers bevestigen de belangrijke rol van de SGP in de Senaat. Van de wetsvoorstellen die sinds mei vorig jaar de Eerste Kamer passeerden, had een derde de eindstreep nooit gehaald zonder de steun van Holdijk.
De staatkundig gereformeerden als Stille Gedoog Partner (SGP) dus? Het fractieteam in de Tweede Kamer reageert allergisch op deze woordspeling. „Er ís geen akkoord. Er bestaan geen geheime paragrafen. Nergens staat onze handtekening.” En gelijk hebben ze. Formeel althans.
Wie echter inzoomt op de dagelijkse gang van zaken in zowel de Eerste als de Tweede Kamer, kan alleen maar constateren dat de SGP voor het kabinet veel betekent. De coalitie rékent op de mannenbroeders. En Van der Staaij en Dijkgraaf rekenen –op bepaalde punten– op het kabinet.
Wie de SGP daarom een coalitiepartner zonder bewindslieden noemt, maakt zich niet schuldig aan al te sterke overdrijving. Immers, volgens fractievoorlichter De Bruyne, maandag op bezoek bij de SGP in Nijkerk, kan Van der Staaij, „als het nodig is, gewoon aanschuiven bij het wekelijks coalitieoverleg.”
De door de SGP behaalde resultaten laten het ook zien: uitstel van de boete voor langstudeerders, een gefaseerde invoering van de bezuinigingen op het passend onderwijs, handhaving van het kindgebonden budget voor gezinnen met meer dan twee kinderen, geen sollicitatieplicht voor bijstandsmoeders met jonge kinderen, de commissie die is ingesteld om een leefvormneutraler belastingstelsel te onderzoeken. Enzovoort.
Geheim
Hoe de betrokkenheid van de SGP bij het regeringsbeleid in de dagelijkse gang van zaken precies vorm krijgt, behoort tot het ‘geheim van Benthuizen’ Soms echter lichten kopstukken van de partij zelf een tipje van de sluier op. Zo legde partijleider Van der Staaij twee weken geleden aan de SGP-kiesvereniging van Soest uit dat hij „op een verstandige manier” met zijn spilpositie wil omgaan. „Je moet natuurlijk niet zeggen: Als je dit en dit niet verandert, trekken we onze steun terug. Dat werkt niet.”
Liever opereert hij via informele kanalen. Dan laat hij in de wandelgangen weten dat als de regering prijs stelt op de steun van de SGP voor een wetsvoorstel in de Eerste Kamer, het dan wel handig zou zijn als er dit of dat element in die wet gewijzigd zou worden. Wat dan gewoonlijk ook gebeurt.
Op zijn spreekbeurt in Elspeet bevestigde Holdijk die werkwijze. Als de senator tegen een bepaalde bezuiniging onoverkomelijke bezwaren heeft, meldt hij dat bij de Tweede Kamerfractie van zijn partij. Die kan dan haar invloed laten gelden om een en ander gewijzigd te krijgen. „Dat is al verschillende malen gebeurd en zal de komende tijd nog wel vaker plaatsvinden.”
Druk uitoefenen wil Van der Staaij dit niet noemen. „Wij proberen altijd inhoudelijk te overtuigen. We weten bijvoorbeeld dat de VVD eigenlijk af wil van gewetensbezwaarde trouwambtenaren, maar dan vragen wij: Is het nu echt zo’n probleem voor jullie om ruimte te blijven bieden aan deze groep? Dat heeft meer effect dan in het openbaar gaan roepen en je machtspositie te gebruiken om zaken af te dwingen. Dan moedig je verkeerde krachten aan en gooi je waarschijnlijk je eigen glazen in.”
Prettig voor de SGP is dat de coalitiepartners, vanuit welbegrepen eigenbelang, zeer ontvankelijk zijn voor de wensen van de fractie. En ook regelmatig zelf initiatieven ontplooien richting de staatkundig gereformeerden. Politiek assistenten van bewindslieden weten de fractieburelen van de SGP blindelings te vinden. En niet alleen zij. Van der Staaij, in Soest: „Dan komt de minister van Justitie voor de begrotingsbehandeling bijvoorbeeld een kopje koffie bij ons drinken om te vragen of wij nog bijzondere punten hebben waar hij op moet letten. In zo’n persoonlijk gesprek kun je aangeven waar je wat gedaan wilt hebben. Zo hebben we op deze manier de opvang van tienermoeders en de uitstapprogramma’s voor prostituees kunnen behouden.” Ook mensen die luisteren naar de naam Bleker, De Krom, Kamp of Zijlstra worden regelmatig in de buurt van de SGP-vertrekken gesignaleerd.
Uiteraard, niet alles wat de SGP aanraakt, verandert in goud. Zo moest de partij strengere wetgeving voor internetfilteraar Kliksafe slikken, evenals ruimere regels voor embryoselectie, en het vergt wel héél veel inlegkunde om het toelaten van een levenseindekliniek te rijmen met een ”standstill op medisch-ethisch gebied”.
Toch is het opvallend hoe weinig de partij –zeker in verhouding tot wat zij wist binnen te halen– tot nu toe heeft moeten ‘leveren’. Zeker, de fractie, destijds fel tegen invoering van de Europese eenheidsmunt, stelt zich plots wel érg gedwee op in het eurodebat. En dat Dijkgraaf, die vroeger altijd streed tegen de afbouw van de overdraagbare heffingskorting, recent instemde met de eliminatie van diezelfde heffingskorting in het minimumloon, kostte hem vast en zeker de nodige zweetdruppels.
Wel vaker leidt het stille gedogen voor de SGP tot ongemakkelijke situaties. Bijvoorbeeld toen Holdijk –de enige mannenbroeder die zich niet altijd even senang lijk te voelen in de huidige politieke constructie– onlangs schitterde door afwezigheid in het Eerste Kamerdebat over de ingrijpende hervormingen in de bijstandswet, maar uiteindelijk, als enige niet-coalitiepartij, wel vóór het wetsvoorstel stemde. Wat hem op zware kritiek kwam te staan van de oppositie. Zo zei PvdA-Senator Postema de absentie van Holdijk weliswaar „niet persoonlijk” op te vatten, maar óók dat „300.000 bijstandsgerechtigden” dit mogelijk wel zouden doen. Volgens SP’er Elissen stemde Holdijk zelfs „met de ogen dicht” voor het kabinetsvoorstel.
Maar dit zijn, tot nog toe althans, slechts enkele pijnlijke momenten in een reeks van successen. Zij zullen bij veel kiezers de indruk niet wegnemen dat de SGP vooral de lusten en niet de lasten van de huidige politieke samenwerking draagt. Of, zoals een CDA-kopstuk het onlangs uitdrukte: „De SGP krijgt met twee man meer voor elkaar dan mijn hele fractie.”
Lees ook: Een op drie wetten had steun Holdijk (SGP) nodig in Senaat