Het CIDI zegt zich geen oordeel te kunnen vormen over het geheugen van de islamitische rechtsgeleerde, maar de organisatie kon met weinig moeite een lange lijst opstellen met citaten en uitspraken die de in Saudi-Arabië geboren prediker, die nu in Londen woont, de afgelopen jaren heeft gedaan. De meeste documenten zijn vrij toegankelijk en moeiteloos terug te vinden op internet, zo blijkt uit de links in de voetnoten.

Zo schreef Haddad in 2001 in een artikel over de jihad en de tekenen van overwinning, dat Joden „de eeuwige vijanden zijn van God” en dat zij „afstammen van apen en varkens.” In een ander artikel met als kop ”Wie zijn de onschuldigen?” schrijft de islamitische rechtsgeleerde dat „Joden en christenen ongelovigen zijn. Hen haten en mijden is noodzakelijk.”

In hetzelfde artikel verdedigt Haddad zelfmoordaanslagen tegen niet-moslims in het geval dat zij moslims als schild gebruiken en als er geen andere manieren zijn om hen te pakken te krijgen, zelfs als dit leidt tot de dood van andere moslims.

De shariageleerde veroordeelt de misdaden van al-Qaida, maar stelt dat het vooral de VS en de vijanden van de islam zijn die de aanslagen hebben uitgelokt. Hij schrijft over de dood van Bin Laden dat hij een martelaar is die naar het paradijs gaat.

In een preek van 14 juni 2011 verklaart Haddad dat de sharia over de hele wereld moet worden verspreid. Moslims moeten voorkomen dat „mensen van het Boek” (christenen, red.) een land regeren. Als dit leidt tot strijd, zegt Allah: „Bestrijd hen tot er geen fitnah (ongeloof en dienen van een andere God dan Allah) meer is. Doel van de jihad is dat Allahs wetten wereldwijd gaan gelden.”