De op een na grootste uitzender ter wereld wordt gezien als een belangrijke graadmeter voor de economie. In tijden van herstel trekt de vraag naar uitzendkrachten aan omdat bedrijven meer behoefte hebben aan flexibel personeel. Bij economische tegenwind kan die vraag echter al snel wegvallen.

In het laatste kwartaal van vorig jaar zag Randstad de groei op de Europese markt geleidelijk afnemen. In Frankrijk werd nog een omzetgroei geboekt, maar in Groot-Brittannië, België en Spanje namen de opbrengsten af. Op de Nederlandse markt bleef de omzet steken op het niveau van het vierde kwartaal van 2010. In januari nam de gemiddelde groei per werkdag zowel in Frankrijk als in Nederland af.

De Amerikaanse markt staat er veel sterker voor. Daar zag Randstad de vraag in alle geledingen van de economie toenemen.

De tegenvallende ontwikkelingen dwongen Randstad om 125 miljoen euro af te schrijven op goodwill die werd betaald bij overnames. Daardoor boekte het bedrijf een nettoverlies van 16,5 miljoen euro, waar een jaar eerder nog een winst van 138,5 miljoen euro werd behaald. Het onderliggende bedrijfsresultaat (ebita) groeide met 1 procent tot 163,3 miljoen euro. Dat was minder dan analisten hadden voorspeld.

Over heel 2011 zag Randstad de omzet met 14 procent groeien tot ruim 16 miljard euro. De nettowinst daalde vorig jaar met bijna 40 procent tot 179 miljoen euro.

Volgens topman Ben Noteboom staat Randstad er nog altijd goed voor. „We kunnen de kansen die zich in 2012 voordoen grijpen”, stelde hij. Randstad blijft daarbij investeren in activiteiten die groeien. Op andere plekken zal de organisatie worden aangepast aan de omstandigheden.