„De schuldencrisis heeft het herstel van de eurozone duidelijk teruggeworpen”, concludeerde econoom Martin van Vliet van ING. De krimp was volgens hem echter iets minder sterk dan verwacht, dankzij meevallende ontwikkelingen in Duitsland en Frankrijk.

In Duitsland, Europa’s grootste economie, was de krimp met 0,2 procent kleiner dan verwacht. De Franse economie boekte zelfs een groei van 0,2 procent. Onder de grotere economieën van de muntunie was de achteruitgang het sterkst in Italië en Nederland, waar een min van 0,7 procent werd genoteerd. De Spaanse economie ging met 0,3 procent achteruit.

Afgezien van Nederland presteerden de zogeheten kernlanden van de eurozone duidelijk beter dan de perifere landen, die in het middelpunt van de crisis staan. Zo bleven de Finse en Oostenrijkse economieën min of meer stabiel en bleef de krimp in België beperkt tot 0,2 procent.

Volgens Van Vliet is er daarom een behoorlijke kans dat de economie van de eurozone in het huidige kwartaal niet verder krimpt, waardoor een recessie in het eurogebied als geheel wordt voorkomen. „Maar dat is een schrale troost voor de perifere landen, waarvan de economische vooruitzichten er op zijn best bleek uitzien.”

Zonder oplossing van de schuldencrisis en met forse bezuinigingen in aantocht, blijven de vooruitzichten voor de kernlanden echter ook onzeker. Econoom Aline Schuiling van ABN Amro verwacht pas in de tweede helft van dit jaar weer een herstel, onder aanvoering van landen buiten de eurozone. „Maar ook dan zal de groei niet de pan uit rijzen”, waarschuwde zij.

In heel 2011 groeide de economie van de eurozone met 1,5 procent. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) voorspelde vorige maand voor dit jaar een krimp van 0,5 procent. De enorme bezuinigingen die worden doorgevoerd om tekorten en schulden weg te werken, drukken Spanje en Italië daarbij in navolging van Portugal en Griekenland waarschijnlijk in een langdurige recessie.