CBS ziet in Nederland geen economisch herstel
Volgens de eerste gegevens laat de Nederlandse economie in het tweede kwartaal geen herstel zien. Dat heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag gemeld.
„In juli staan de meeste signalen voor de economie op rood”, aldus het statistisch bureau in het maandelijkse Conjunctuurbericht. De export was in april en mei lager dan vorig jaar, de industriële productie in mei 4 procent lager dan in 2002. Bovendien verkochten winkeliers in april minder dan vorig jaar.
In het eerste kwartaal 2003 stond de Nederlandse economie ook al stil (0,0 procent ten opzichte van een jaar eerder). De overheid geeft nog wel meer geld uit (vooral aan zorg), maar bedrijven investeren flink minder dan vorig jaar.
Het CBS komt 14 augustus met de eerste echte raming van de economische groei in de driemaandsperiode april, mei en juni. Minister Zalm van Financiën had woensdag ook al gezegd dat de economische ontwikkeling in het tweede kwartaal rond het nulpunt lag.
De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, de OESO, betwijfelt of de landen van de eurozone in 2010 de krachtigste economie zullen vormen. Dat blijkt uit een rapport dat de in Parijs gevestigde organisatie van dertig industrielanden donderdag heeft gepubliceerd.
In het voorjaar van 2000 spraken de Europese regeringsleiders in Lissabon de ambitie uit dat de eurolanden in 2010 „tot de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie ter wereld” moesten behoren. In het rapport van de OESO staat dat het realiseren van deze ambitie op dit moment ver weg lijkt en dat er meer vooruitgang moet worden geboekt met „structurele hervormingen”, vooral op het vlak van de arbeidsmarkt.
Zoals de zaken er nu voorstaan, zullen de Verenigde Staten de komende jaren op verschillende fronten hun voorsprong ten opzichte van de eurozone behouden. In de eurozone zal de arbeidsproductiviteit tussen nu en 2008 jaarlijks met 1,5 procent per jaar groeien. In de VS zal dat 2,25 procent zijn, aldus de OESO. Ook zal de werkloosheid hoger zijn dan in de VS en de groei van de economie per hoofd van de bevolking zal in de eurozone lager zijn.
Volgens de OESO zijn er op termijn maatregelen nodig om de productiviteit omhoog te halen. De organisatie noemt daarbij behalve hervormingen op de arbeidsmarkt ook investeringen in kennis en innovatie. Verder is het noodzakelijk dat mensen op oudere leeftijd langer blijven werken zodat zij een bijdrage kunnen leveren aan de groei van de economie.
Op het gebied van hervormingen op de arbeidsmarkt zijn volgens de OESO sinds het midden van de jaren negentig wel vorderingen gemaakt, maar dat is nog niet voldoende. De organisatie wijst erop dat de werkloosheid in de eurozone vorig jaar nog gemiddeld op 8 procent van de beroepsbevolking lag en nu op 8,75 procent. Om dat percentage omlaag te brengen zouden er bijvoorbeeld meer financiële prikkels moeten komen om werken aantrekkelijker te maken.
De OESO tekent in het rapport aan dat het economisch op dit moment bepaald niet meezit. Er is sprake van flinke „tegenwind.” De oorlog in Irak zorgde ervoor dat het vertrouwen van de consumenten en ondernemingen in de economie minder werd. Een mogelijke „golf” van reorganisaties bij bedrijven kan het vertrouwen verder ondermijnen. De OESO vraagt zich verder af of het herstel van de Amerikaanse economie zal doorzetten. Verder kan het groeiende tekort op de Amerikaanse begroting op de financiële markten voor bezorgdheid zorgen.