Op de cd, 13 december vorig jaar opgenomen, speelt Budding muziek van Buxtehude, Bach, Krebs, Mendelssohn, Franck en Guilmant. De 24-jarige Gerben Budding is sinds september 2009 hoofdorganist van de Grote Kerk in Gorinchem.

Het Bätz/Witteorgel van de kerk werd zaterdag 4 februari feestelijk in gebruik genomen. Het instrument (drie klavieren, 44 stemmen) is bijna tien jaar in restauratie geweest. April 2010 ging de laatste, algehele restauratie van start: groot onderhoud en reconstructie, in drie fasen. Daarbij was de situatie van 1853 het uitgangspunt. Toen realiseerde C. G. F. Witte een nieuw drieklaviers orgel, waarbij hij gebruikmaakte van materiaal uit het oude orgel in de kerk, in 1761 gemaakt door J. H. H. Bätz. Bätz maakte overigens weer gebruik van materiaal uit het orgel dat S. Couzijns in 1666 voor de kerk maakte. Zodoende bevat het huidige orgel nog pijpwerk uit de 17e eeuw.

Daardoor kan Budding er ook muziek uit alle perioden op kwijt, zoals hij op deze cd laat horen. Te horen zijn „klanken die Witte in 1853 heeft bedoeld”, aldus het booklet. Budding laat dat horen met de toccata in d-moll (BuxWV 155) van Buxtehude, Bachs Concerto II in a-moll (BWV 593), de fantasia over ”Freu dich sehr” van Krebs, Sonate VI van Mendelssohn, het Premier Choral van Franck en het Choral ”Ce que Dieu fait est bien fait” van Guilmant.

Bätz-Witte – anno 2010 – Grote Kerk Gorinchem – Gerben Budding; VDGRAM-Records (VDG 201213); € 10,-; bestellen: www.gerbenbudding.nl