De auto van Britvec brandde uit op zondag 2 februari kort voor middernacht tussen de Schellingwouderbruggen in Amsterdam–Oost. Van Britvec ontbrak ieder spoor. Op 12 maart ontdekte een medewerker van Rijkswaterstaat zijn lichaam in de Haarlemmertrekvaart.

De politie had op 10 februari H. al gearresteerd. Hij ontkende iets met de verdwijning van Britvec te maken te hebben, maar had op de avond van zijn verdwijning wel drie keer telefonisch contact met hem en H. had brandwonden op zijn hoofd en handen.

H. bleef bij zijn ontkenning tot donderdag. Bij het begin van de zitting gaf H. aan de rechtbank het ware verhaal te willen vertellen. Hij bekende Britvec te hebben doodgeschoten, zijn lijk in de Haarlemmertrekvaart te hebben gegooid en zijn auto in brand te hebben gestoken. Hij knoeide bij het besprenkelen van een brandbare stof over de auto waardoor hij zelf ook in brand vloog toen hij het vuur aanstak. Door zichzelf door het gras te rollen wist hij de vlammen op zijn lichaam te doven.

Britvec werkte al anderhalf jaar met H. aan een Jaguar die H. had gekocht. Toen het opknappen van de oldtimer zijn voltooiing naderde, ontstond onenigheid over het betalen van de kosten. Britvec claimde aanvankelijk duizenden euro’s van H. Het slachtoffer liet zijn eis zakken tot 1500 euro.

Op de dag van de moord gaf H. Britvec 500 euro. Hij deed dit op de parkeerplaats van de schietschool waar ze samen naartoe zouden gaan. H. had een pistool en een wapenvergunning, Britvec wilde wel eens mee. Maar op de parkeerplaats kregen de twee ruzie. Volgens H. greep Britvec hem bij zijn keel. In paniek pakte hij het wapen dat hij tegen de regels geladen in zijn broeksband had. Hij laadde het door en schoot. Daarna dumpte hij het lijk en ontdeed zich van de auto.

Officier van justitie J. Develing geloofde niet dat dit het ware verhaal is. Volgens hem doet H. het voorkomen dat hij in een opwelling schoot, maar had H. in werkelijkheid de situatie van te voren doordacht en was daarmee sprake van de voor moord voorbedachte rade. „Hij heeft een vriend voor een paar duizend euro vermoord en de nabestaanden tijden in onzekerheid gelaten", aldus Develing.

De rechtbank doet op 14 augustus uitspraak.