„Uitverkiezing is als een muur waarachter het veilig is”
DORDRECHT – Tachtig bezoekers hebben zich vrijdagavond in de Dordtse Trinitatiskapel gebogen over de Dordtse Leerregels. De hervormde predikant ds. G. van Wijk citeerde de theoloog H. Berkhof: „Als Arminius gelijk had, zou heel de worstelstrijd der Hervorming voor niets zijn geweest, en kon niemand meer zeker zijn van zijn zaligheid.”
In de kapel in Dordrecht waren vijf sprekers uit verschillende kerkelijke stromingen aanwezig. Ds. Van Wijk is lid van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk, ds. A. J. van Zuijlekom gereformeerd vrijgemaakt, A. Golverdingen is ouderling van de plaatselijke gereformeerde gemeente, B. van den Boogaard lid van de Nederduits hervormde vereniging Calvijn en F. Koopmans is voorganger van de vergadering van gelovigen te Hendrik-Ido-Ambacht.
De avond werd belegd door de stichting Reformatie Instituut Dordrecht (RID). De organisatie heeft als doel het gereformeerd protestantisme onder de aandacht te brengen en met name de rol van Dordrecht daarin.
Ds. Van Wijk sprak over de strijd waarover het in de Dordtse Leerregels gaat. „De geloofszekerheid was hier in het geding. Ankerpunt voor de zaligheid was volgens Arminius niet gelegen in de verkiezende God, maar in de gelovende mens. Consequentie is dat een mens dat geloof ook nog eens verliezen kan, zoals de remonstranten schrijven in hun artikelen. „Wie eenmaal tot geloof is gekomen, kan dat door eigen schuld weer verliezen.”
Feitelijk is hetzelfde in het geding bij Rooms-Katholieke Kerk aldus de predikant. „Die leert dat de zaligheid afhangt van de werken van Christus, maar ook van die van de heiligen en van onszelf. Omdat een rooms-katholiek nooit kan zeggen of zijn werken vol zijn voor God, kan hij ook nooit zeker zijn van zijn zaligheid.”
De predikant koos voor de lijn van de contraremonstranten. „Het gaat niet om de zekerheid van de gelovige, maar van het geloof. De zekerheid ligt niet vast in het verbondsvolk, maar in de Verbondsgod. Dat is voor het verstand niet te begrijpen. Als antwoord eindigt het belijdenisgeschrift met een loflied.”
Ds. A. J. van Zuijlekom had het vroeger benauwd onder de verkiezing, bekende hij. „Ik kreeg een opvoeding om vertrouwd te worden met de Heere, maar ik was ook onder de indruk van Zijn heiligheid.”
Volgens hem was er geen grond voor de opmerking dat het geloof maar gegeven moet worden. „Geloof is inderdaad een gave, zegt de Bijbel. God vermurwt mijn hart. Mijn ongeloof zit diep. Maar God gaat met mij aan het werk. God kan dat.”
En zo ging ook bij de predikant wat om, vertelde hij. „Ik heb geen antenne voor het geloof vanuit mijzelf. Toch koos God mij uit in Christus. En dan lees ik van Zijn onveranderlijk voornemen. Buiten God om denk ik aan een muur waarop ik stukloop. Maar door het geloof zie ik de uitverkiezing als een muur, waarbinnen ik veilig ben. Over die veiligheid en spanning spreken veel mensen, zoals Paulus. Als hij in Efeze 1 jubelt over de uitverkiezing, zit hij in de gevangenis.”
Volgens de predikant is de uitverkiezing niet los te koppelen van de verwerping. „Over uitverkiezing kun je mooie dingen zeggen, maar het Evangelie is geen vrijblijvend verhaal. Als je niet gelooft, blijft de toorn van God op je rusten. Daar ben je zelf voor verantwoordelijk. Hij is een rechtvaardige Rechter. Hij smijt geen mensen in willekeur weg. Hij laat hen wel over aan hun eigen slechtheid en hardheid. Dat is nauwelijks te vatten. God licht een tipje op van Zijn beleid, maar probeer niet alles te willen zien en alles uit te pluizen.”
De Dordtse Leerregels worden niet gelezen of bestudeerd in de vergadering van gelovigen, aldus voorganger Koopmans. Hij prees het geschrift om zijn pastorale toon. De uitverkiezing speelt ook een rol in de vergadering, zegt hij. „Maar de leer van de verwerping zul je bij ons en bij veel evangelische gemeenten niet aantreffen. Ik onderschrijf die ook niet. Ik kan daarvoor in de Bijbel zeer weinig vinden.
B. van den Boogaard haakte daarop in. Volgens hem mag de verwerping niet losgemaakt worden van de verkiezing. „De verwerping kan geen eigen leven leiden, maar staat altijd in het licht van Gods genadige verkiezing.”
Soms wordt wel eens in de kerk gezegd dat gelovigen meer leven in het verlangen dan in het ontvangen, aldus debatleider Pieter Verhoeve. Ds. Van Wijk antwoordde dat daarin niet mag worden berust. „Ik wil niet zozeer vermanen om opgewekter te zijn. Maar is het wel tot eer van God. Hij wil ons niet laten liggen. Laten we graven in de Schrift.”
De avond werd besloten met het zingen van enkele psalmen in verschillende berijmingen.