Drs. P. J. Vergunst spreekt op ontmoetingsdag studenten met ”late roeping”
DRIEBERGEN – „De houding van de Gereformeerde Bond in de kerk is gestoeld op twee pijlers: gebed voor de kerk en getuigenis in de kerk. Als weinig anderen heeft de Bond de kerk op de agenda gezet.”
Dat zei drs. P. J. Vergunst, algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond binnen de Protestantse Kerk, woensdag in Driebergen op een ontmoetingsdag voor studenten theologie die gerekend worden tot de zogenoemde late roepingen.
Vergunst sprak over ”Ons staan in de Protestantse Kerk. Roeping en houding”. Volgens hem heeft de kerk qua marketing momenteel geen beste papieren. „In de samenleving liften we mee op de problemen van de Rooms-Katholieke Kerk. En in de kerk zelf is er onrust en verwarring vanwege het optreden van ds. K. Hendrikse.”
Het is zelfs veel erger dan we denken, vervolgde hij. „Er zijn in onze kerk enkele honderden predikanten die niet in een persoonlijke God geloven. Dat maakt de last van onze roeping ook zwaarder.”
De algemeen secretaris citeerde dr. W. Aalders, die schreef dat de kracht van de dwaling een oordeel is over de afval en de lauwheid. Niet de dwaling in de kerk moet ons volgens dr. Aalders verontrusten, maar de uitgeblustheid van het geloof.
Volgens Vergunst is bezinning nodig, omdat de wijze waarop de Bond zijn positie in het geheel van de kerk inneemt aan erosie onderhevig is. Hij zei niettemin dankbaar te zijn dat het orthodoxe geluid gehoord wordt en de Bond zijn inbreng mag hebben. „Het gaat daarbij niet om ruimte voor het gereformeerde belijden, maar om een kerk die een gereformeerde grondslag heeft en waaraan we heel de kerk willen binden. Onze positie heeft alles te maken met een Bijbels zicht op waar het ten principale in de kerk om gaat: de gereformeerde belijdenis, waarbij we heel de kerk op het oog hebben in plaats van de eigen groep.”
Het postmoderne denken en de pluraliteit verlammen volgens hem de kerk. De Bond heeft zich altijd verzet tegen pluraliteit en daarmee in feite tegen de formele aanvaarding van onwettige verscheidenheid, vervolgde hij. „Afscheiding hebben we altijd principieel verworpen. Onze roeping is te ijveren voor kerkherstel, op grond van het verbond Gods. De weg van de afscheiding is steeds een doodlopende gebleken.”
Vergunst ziet de kerk als een Christusbelijdende geloofsgemeenschap, hoe ver de praktijk ervan ook verwijderd kan zijn. „We sanctioneren het gedachtegoed uit de breedte van de kerk niet, maar hebben wel een boodschap voor het geheel van de kerk. Daarin gaat het om verdieping in het geloof.”
De Gereformeerde Bond is er niet als hij de belijdenis onderschrijft en weerklank vindt voor zijn boodschap in de gemeenten, aldus Vergunst. „Wie zich met zegen in de breedte van de kerk wil bewegen, moet de diepte van het belijden, van de rijkdom van Christus kennen. Mogen we elkaar stimuleren dat geheim te leren kennen en er meer uit te leven, opdat zo Christus in al Zijn volheid en genade onder ons aanwezig is.”
Op de ontmoetingsdag sprak ds. H. J. de Bie, emeritus predikant te Huizen, over ”De offerdienst in het Oude Testament”. In de Thora is het boek Leviticus, waar alles draait om de offerdienst, het middelpunt. In nieuwtestamentisch perspectief staat het kruis centraal, aldus ds. De Bie.
Volgens de predikant wordt in het Nieuwe Testament maar weinig terugverwezen naar de regeling van de offer- en priesterdienst. „In die offerdienst is alle aandacht gericht op de Grote Verzoendag. Dat geldt zelfs voor het offer dat door de hogepriester op die dag gebracht werd. Christus is de Hogepriester geworden van een beter verbond.”
Zoals de priesters naderden tot de dienst der verzoening, zo mag de gemeente de heerlijkheid van God zien in het werk van predikanten”, zei ds. De Bie tegen de theologiestudenten. „Je mag de mond zijn van God. Het ”ik” van de dienaar valt dan weg. Het ”Ik” van God staat centraal.”
Aan het slot van de ontmoetingsdag spraken dominee en mevrouw J. C. Breugem uit Goudswaard over hun ervaringen in de eerste gemeente.
Prof. dr. J. Hoek sprak een appelwoord over ”Verbondenheid met Christus als predikant”.