Het is pikdonker op het fietspad naast de Apeldoornsestraat tussen Garderen en Voorthuizen. Van den Brink is op 11 januari ongeveer 6.00 uur in de ochtend met een stevig gangetje op zijn scooter onderweg van zijn woonplaats Uddel naar zijn werk op industrieterrein Harselaar in Barneveld. Het fietspad is wat heuvelachtig. Als de Uddelaar net over een heuveltje komt, beschijnt de koplamp van zijn scooter een groot wild zwijn dat midden op het fietspad staat.

In een fractie van een seconde is het gebeurd. Het beest kan niet meer wegrennen, de scooterbestuurder kan niet meer remmen. De scooter botst tegen het zwijn, de bestuurder wordt gelanceerd en belandt met zijn hoofd op het asfalt. Gelukkig heeft hij een helm op.

Het is aan Van den Brinks feloranje jas met reflecterende strepen te danken dat een automobilist vanuit de richting Voorthuizen het slachtoffer in de berm van het fietspad opmerkt. De man slaat alarm en de hulpdiensten arriveren. Het wilde zwijn is inmiddels in het bos verdwenen.

In het ziekenhuis blijkt dat er bij Van den Brink van alles is gekneusd. Hij heeft een hersenschudding, zijn onderkaak is gebroken, zijn oor gescheurd. „Ik moet er niet aan denken dat ik geen helm had opgehad, dan had ik waarschijnlijk niet meer geleefd.”

Duizelig

Vier weken later ligt de Uddelaar nog op een bed voor het raam in de kamer. „Ik moet vanwege de hersenschudding vier tot zes weken rust houden.” Van den Brink is af en toe duizelig en heeft veel last van zijn nek.

De scooter is afgeschreven en Van den Brink is niet van plan een nieuwe aan te schaffen. „Ik vond het heerlijk om even uit te waaien als ik uit mijn werk kwam. Bovendien was ik per scooter vaak net zo snel in Barneveld als per auto. Maar ik ga nu toch maar een autootje aanschaffen.”

Zwijnen kan Van den Brink niet meer luchten of zien. „Opruimen die beesten. Er lopen er veel te veel van rond. Toeristen vinden ze misschien prachtig, maar ik ben er helemaal klaar mee.”

Einde jachtseizoen

De wens van Van den Brink om het aantal zwijnen drastisch te verminderen gaat niet in vervulling. Het jachtseizoen eindigt zaterdag, nadat de provincie Gelderland het vanaf 1 februari al een keer had verlengd. Jagers hadden dit seizoen ruim 2000 zwijnen moeten afschieten. Ze zijn echter blijven steken op 1100, waardoor er dit voorjaar 2100 zwijnen op de Veluwe rondlopen in plaats van 1200.

Volgens secretaris G. J. Spek van de Vereniging Wildbeheer Veluwe heeft het niet halen van het geplande afschot te maken met het voedselrijke jaar 2011. Er is veel mast, zoals dat in kennerskringen heet. Voor de zwijnen zijn nu nog steeds voldoende eikels en vooral beukennootjes beschikbaar. „De kou heeft daar geen enkele invloed op, de zwijnen kunnen het voedsel prima vinden met hun wroetschijf.”

De vorst kan de beesten niet deren, ook omdat ze door het vele voedsel dik in het vet zitten. „De helft van de afgeschoten zwijnen zit in de categorie vet, de andere helft in normaal. Er zijn geen magere beesten.”

Minder aanrijdingen

De overvloedige mast zorgt ervoor dat de varkens in het bos hun voedsel kunnen vinden en minder in de buurt van wegen en woonwijken komen. Daardoor waren er in 2011 minder aanrijdingen met zwijnen dan voorgaande jaren: 234.

De kans om de beesten te zien zal komende zomer groot zijn. Het vele voedsel heeft namelijk ook tot gevolg dat de beesten vroeg en meerdere keren per jaar jongen krijgen. Vroeggeboren jongen groeien als kool en kunnen in hetzelfde jaar zelf ook weer jongen krijgen. Op die manier zal de voorjaarsstand van 2100 zwijnen groeien met 225 procent tot een recordaantal van ruim 6800 stuks komende zomer.