De commandant zei dat er genoeg mensen zijn om tegen het regime van president Bashar al-Assad te vechten: „We kunnen dit zelf doen, we vragen niet om buitenlandse troepen, we hebben genoeg mensen maar geen wapens.”

Het regime poogt de opstand die in maart vorig jaar is uitgebroken met vreedzame protesten, in bloed te smoren. Een naar verluidt groeiend aantal militairen keert het regime daarom de rug toe en probeert een guerrilla van de grond te krijgen.

Regeringsgetrouwe eenheden gebruiken steeds meer geweld en bestoken burgerdoelen. De secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Ban Ki-moon, heeft woensdag in New York het Syrische leger van afgrijslijke wreedheid beschuldigd . Er zouden woensdag alleen al bijna 70 burgers zijn gedood. De meeste doden vielen weer in Homs, de derde stad van het land. Homs is een bolwerk van verzet tegen het regime. De stad wordt onder meer met artillerie beschoten. De staatsmedia meldden woensdag een explosie van een autobom in de stad. Volgens ooggetuigen is de toestand er rampzalig.

De VN en de Arabische Liga overwegen volgens de VN-chef om samen een waarnemersmissie naar Syrië te sturen om te getuigen van het bloedvergieten.

Moordpartij Homs

Zeker 29 inwoners van de Syrische stad Homs zijn donderdagmorgen overleden tijdens nieuwe bombardementen. Die werden uitgevoerd door het veiligheidsapparaat van het regime van president Bashar al-Assad, zo meldde het Syrische Observatorium voor Mensenrechten.

De aanval zou zijn gericht op vijf wijken in de stad van ongeveer een miljoen inwoners in het westen van Syrië. Homs staat bekend als bolwerk van verzet tegen het dictatoriale regime.

In de afgelopen week zouden honderden mensen in Homs zijn gestorven door toedoen van het leger en andere veiligheidsdiensten.