Willem van Oranje verzekerde zich van Turkse steun tegen rooms-katholiek Spanje
In 1612 kwam in Istanbul de eerste Nederlandse ambassadeur, Cornelis Haga, aan en werden diplomatieke betrekkingen aangeknoopt.
Contacten tussen de Noordelijke Nederlanden en het Ottomaanse Rijk waren er echter al eerder. Twee jaar voor het uitbreken van de Tachtigjarige Oorlog, in 1566, wist Willem van Oranje zich te verzekeren van de steun van het machtige Ottomaanse Rijk.
De strijd van de Noordelijke Nederlanden tegen het rooms-katholieke Spanje leidde tot een nieuwe opvatting over de Turken. De ”gesel Gods” ontwikkelde zich tot een bondgenoot tegen de Spaanse vijand. In de Republiek hoorde men de leus ”Liever Turks dan paaps”. De watergeuzen lieten ”Turkse” wimpels waaien aan hun scheepsmasten en droegen ”Turkse” snorren om de Spanjaarden te laten denken dat de Turken helemaal naar het noorden waren gekomen. Zelfs preekstoelen in protestantse kerken werden bekroond door een Turkse halve maan. Uit dank voor de Turkse steun kreeg een gehucht in Zeeuws-Vlaanderen van prins Maurits de naam Turkeye.
Leestip: in april verschijnt bij uitgeverij Verloren ”De Nederlands-Turkse betrekkingen, Portretten van een vierhonderdjarige geschiedenis”; ISBN 978 90 8704 292 9; 128 blz.; € 15,-.