Media berichten over moslims vaak alsof ze slachtoffers zijn van het Westen. Ook worden ze sinds de Arabische Lente gezien als strijders tegen tyrannieke overheersing. Dat beeld is op z’n best gedeeltelijk juist, vindt Hirsi Ali. Media durven volgens de oud-VVD-politica niet te schrijven over christenvervolging uit angst voor provocaties. Ook zouden ze zijn beïnvloed door islamitische lobbygroepen.

Hirsi Ali werpt zich op voor de penibele situatie van christenen in moslimlanden. In landen met een moslimmeerderheid worden kerken verwoest en christenen vervolgd, gevangengezet en gedood. Terroristische groepen plegen bomaanslagen en overheden vaardigen blasfemiewetten uit. Terreurorganisaties maken er geen geheim van de islamitische wetgeving sharia in te willen voeren.

Hirsi Ali bespreekt in haar artikel enkele landen waar christenen ernstig lijden onder vervolgingen, zoals Nigeria, Egypte, Pakistan en Indonesië. Die oorlog heeft een internationaal karakter. „De wereldwijde oorlog tegen christenen is niet een traditionele oorlog. Het is eerder een spontane uiting van een anti-christelijke geest door moslims dat culturen, regio’s en etnische groepen te boven gaat.”

Geweren en granaten

Westerse samenlevingen moeten hun moslimminderheden niet met gelijke munt betalen maar beschermen tegen intolerantie, aldus Hirsi Ali. „Maar we moeten ook de juiste verhouding zien in de omvang en ernst van intolerantie. Cartoons, films en geschriften zijn één kant van de zaak. Messen, geweren en granaten zijn iets heel anders.”

Door middel van handel, diplomatie en korten op financiële steun kunnen landen worden aangepakt die christenen onderdrukken. Zo kunnen vrijheid van godsdienst en vrijheid van geweten voor alle burgers worden afgedwongen.

Hirsi Ali woont sinds 2006 in de Verenigde Staten en is werkzaam bij de neoconservatieve denktank American Enterprise Institute.