Levenseindekliniek start op 1 maart, artsen blijven kritisch
DEN HAAG – De zogeheten Levenseindekliniek, bestaande uit zes ambulante teams van één arts en één verpleegkundige, die op verzoek van patiënten euthanasie uitvoeren, gaat op 1 maart van start.
Dat maakte de stichting Levenseindekliniek maandagmorgen bekend.
Op een persconferentie in Den Haag droeg de initiatiefnemer, de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE), de exploitatie van de kliniek over aan een stichting.
Patiënten die voldoen aan de criteria van de euthanasiewet, maar die door hun behandelend arts om welke reden dan ook niet geholpen worden bij de uitvoering van hun doodswens, kunnen zich vanaf 1 maart op een centraal adres in Den Haag melden.
Als een van de ambulante teams van oordeel is dat aan het euthanasieverzoek voldaan kan worden, zal de euthanasie in principe bij de patiënt thuis worden uitgevoerd. „Nederlanders sterven het liefst in hun eigen huis”, aldus stichtingsvoorzitter mr. J. Suyver maandagmorgen.
Daarnaast wil de stichting ook zelf enkele bedden beschikbaar hebben. „We zijn bezig met een pand in Den Haag.”
Patiënten kunnen zich straks kostenloos door de Levenseindekliniek laten helpen. De kliniek begint met een startkapitaal van giften van NVVE-leden. Op termijn kan zij alleen voortbestaan als verzekeraars mee gaan werken. Die garantie heeft de stichting nu nog niet.
Artsenorganisatie KNMG heeft opnieuw bedenkingen geuit tegen de beoogde werkwijze van de ambulante teams. „Artsen moeten euthanasie niet gescheiden van andere zorgvragen beoordelen. Voor een zorgvuldige beoordeling en het uitvoeren van euthanasie is inzicht in alle problemen en hulpvragen van de patiënt essentieel. De KNMG heeft ernstige twijfels of daaraan kan worden voldaan tijdens een contact dat is gericht op euthanasie”, aldus de KNMG.
Er is een langere behandelrelatie nodig, wil de arts overtuigd kunnen raken van de vrijwilligheid en weloverwogenheid van een euthanasieverzoek. Zo’n relatie is ook nodig om te kunnen vaststellen of het lijden van de patiënt uitzichtloos en ondraaglijk is. Bij ingewikkelde problematiek zoals dementie en chronisch psychiatrische patiënten geldt dat des te meer, aldus de KNMG.
Zorgvuldige besluitvorming over de dood vraagt bovendien, zo stelt de KNMG om een open blik, niet om een tunnelvisie waarin, zo doet de naam van de kliniek vermoeden, de dood de enige uitkomst is. „Voorkomen moet worden dat mensen euthanasie krijgen terwijl zij beter op een andere wijze hadden kunnen worden geholpen.”
Verder benadrukt de artsenorganisatie nogmaals het belang van een vroegtijdig gesprek tussen artsen en patiënten over de mogelijkheden en wensen in de laatste levensfase.