Waaghalzen zakken door het ijs in Weerribben
OSSENZIJL – Koning winter heerst, ook in natuurgebied de Weerribben. Waar de ene na de ander waaghals door de besneeuwde ijsvloer zakt.
„Echt genieten is dit”, zegt Jan Huismans, deze vrijdagmorgen in een besneeuwde wereld van riet en ijs. Samen met zijn collega-ijsmeester Johan Jan de Boer uit Ossenzijl meet hij de ijsdikte in een van de vaarten van de Weerribben. Per fiets controleert het duo de met rietland omzoomde watertjes in het natuurgebied in de kop van Overijssel. Grote vraag is: wanneer is het ijs sterk genoeg voor een toertocht?
Nu nog niet. „Ik krijg mijn veter niet los”, zegt een schaatser die de walkant heeft opgezocht. Hij is net door het ijs gezakt.
Net zo’n waaghals is Thijs de Haan uit Basse (bij Steenwijk). Op de Kalenbergergracht, een vaart tussen Ossenzijl en Kalenberg, zwiert de man over het ijs. „Heerlijk.” Bezorgd wijst een bewoonster op de besneeuwde vaart. „Sommige stukken lagen gisteren nog open. Door de sneeuw kun je het ijs niet goed zien.” De Haan lacht. „Je moet toch verder. Ik schaats zo nodig dicht langs de kant.”
Postbode W. Nijhuis, die over het besneeuwde paadje langs de vaart glibbert, piekert er niet over om de ijzers onder te binden. „Als je onder het ijs schiet, kan het je einde wel wezen.”
De ijzige temperaturen zijn voor rietsnijders Anne Vaartjes en Robert Zwerver meer dan welkom. Nu kunnen ze de snijmachine op de sloten besturen, zodat ze ook het riet pal aan de waterkant kunnen oogsten. Terwijl Vaartjes het bevoren riet maait, zet Zwerver de bossen in schoven. Het is wel oppassen geblazen, weet Vaartjes. „Een van onze machines weegt 500 kilo. Je moet dus uitkijken dat je daarmee niet door het ijs gaat.”
„Levensgevaarlijk!” roept Zutphenaar Sytze van der Veen, die net een rondje op het ijs achter de rug heeft. Waarom hij toch gaat schaatsen? „Het bloed kruipt waar het niet gaan kan.” Zijn stadsgenoot Iwan Reerink is net door het ijs gezakt. „Tot mijn middel. ” Hij gaat zich gauw omkleden in het pannekoekenrestaurant. „Tijd voor warme chocomel en een Jägermeistertje.”
Vurig hoopt uitbater Frank Smale van café-restaurant Stuitje, vlakbij de brug in Ossenzijl, dat de vorst doorzet. Zodat honderden hongerige schaatsers over de vloer komen. De vorige winter verkocht hij tijdens twee toertochten 375 liter snert. Er is een speciaal schaatsdraaiboek. „We moeten aan allerlei dingen denken. Van koffiebekertjes tot kleingeld. Van snert tot roggebrood.” De kok bereidt nu al een voorraad snert, voor het geval er over enkele dagen een toertocht plaatsvindt.
Scholieren van de de Eben Haëzerschool in Ossenzijl vermaken zich deze vrijdagmidddag op de ijsbaan. Trots glibbert de 6-jarige Mark achter zijn stoeltje, op weg naar oma Dini Rotink. „Oma, ik heb één rondje gedaan, en ben maar één keer gevallen.”