Dat blijkt uit een evaluatie van het werk van drie betrokken organisaties, verenigd in LCC Projecten. Zij presenteren zaterdag in Utrecht de rapportage ”Van kerkgebouw tot klaslokaal”. Deze belicht de resultaten van de activiteiten die ze sinds eind 2008 dankzij een overheidssubsidie van 250.000 euro hebben verwezenlijkt.

De organisaties LKP, CHJC en ContrariO, die elk ruimte bieden aan mensen die kiezen voor een homoseksuele relatie, ontwikkelden de lesbrief ”Homo in de klas”. Hiermee worden jaarlijks 2500 tot 3000 leerlingen in het protestants-christelijk voortgezet onderwijs bereikt.

Onderzoek toont aan dat de lesbrief het voor driekwart van de docenten gemakkelijker heeft gemaakt homoseksualiteit te bespreken. De helft van hen zal „nu nog sneller ingrijpen als iemand voor homo wordt uitgemaakt.”

De organisaties noemen het „hoopgevend” dat 85 procent van de leerlingen een vriendschap (waarschijnlijk) niet zou verbreken als een klasgenoot uit de kast zou komen. „Tegelijkertijd is de 4 procent die aangeeft dat wel te zullen doen 4 procent te veel.” De LCC-organisaties streven ernaar de komende jaren meer scholen te bereiken.

Daarnaast worden nieuwe activiteiten ontplooid. Voorzitter Elhorst noemt onder meer het ontwikkelen van een toolkit voor hulpverleners die christelijke cliënten met homoseksuele gevoelens begeleiden.

Ook is het de bedoeling christelijke pabo’s, lerarenopleidingen en theologische opleidingen bewust te maken van de aanwezigheid van homoseksuelen onder hun personeel en leerlingen en in hun achterban, en hen te helpen dat door te vertalen in hun beleid.

Elhorst gaat ervan uit dat de organisaties opnieuw subsidie zullen krijgen.

RefoAnders gaf recent eveneens aan dat de acceptatie van homo’s in orthodox-christelijke kring de afgelopen jaren is toegenomen. Deze organisatie kreeg een subsidie van 84.000 euro om daaraan bij te dragen, maar gebruikte dat bedrag niet volledig.