Om het Saudische imago op te poetsen stuurde Riyad minister van Buitenlandse Zaken Saud al-Faisal naar Washington, waar hij dinsdag door president Bush werd ontvangen. De minister drong aan op vrijgave van het vertrouwelijke deel van het rapport, zodat Saudi-Arabië zich tegen de daarin vervatte aantijgingen kan verdedigen. Bush weigerde echter, omdat vrijgave volgens hem „de vijand helpt en daarmee onze strijd tegen het terrorisme bemoeilijkt.”

Deze opvatting wordt niet gedeeld door verschillende senatoren die de betreffende passages hebben gelezen. „Het merendeel van de informatie op deze pagina’s zou onze nationale veiligheid niet compromitteren”, zo meende Bush’ Republikeinse partijgenoot senator Richard Shelby. Volgens sommige Democraten probeert Bush niet zozeer Saudi-Arabië als bondgenoot te beschermen, maar Saudi-Arabië als beleggingsobject, waarin zijn familie -via de Carlyle Groep- grote belangen heeft.

Bush’ nationaal veiligheidsadviseur Condoleezza Rice heeft minister Al-Faisal gevraagd of de Amerikanen de Saudiër Omar al-Bayoumi kunnen ondervragen. Deze woonde indertijd in San Diego in Californië en hielp daar zijn landgenoten Khalid al-Mihdhar en Nawaf al-Hazmi. Dit tweetal behoorde tot de kapers die op 11 september 2001 hun vliegtuig op het ministerie van Defensie in Washington lieten storten.

In eerdergenoemd rapport wordt de Saudische rol aan de orde gesteld bij de financiering van de aanslagen. Dit zou mogelijk direct en via zogenaamde charitatieve instellingen gebeurd zijn. Minister Al-Faisal ontkende dit dinsdag ten stelligste, maar hij gaf Rice de verzekering dat de FBI en de CIA Al-Bayoumi -die nu weer in Saudi-Arabië woont- kunnen ondervragen. De New Yorkse senator Charles Schumer dringt aan op uitlevering van Al-Bayoumi aan de VS. „Als wij hem hier zonder Saudisch toezicht ondervragen komt daar waarschijnlijk betrouwbaarder informatie uit”, zo meende Schumer.