De geest lijkt uit de fles in Egypte
CAÏRO – Het bloedige geweld na de voetbalwedstrijd in Port Said van woensdagavond heeft een storm van protest opgeroepen in Egypte. Achter de chaos van die avond lijken echter zorgvuldige timing en orchestratie schuil te gaan.
Tijdens heftige protesten in het centrum van de hoofdstad Caïro werd donderdag geroepen om de dood van juntaleider veldmaarschalk Mohammed Tantawi.
De omstandigheden rond de voetbalwedstrijd van woensdag waren ronduit verdacht. Normaal gesproken bezoeken de gouverneur van Port Said en het hoofd van de politie de thuiswedstrijden van Al-Masry. Volgens ooggetuigen waren zij woensdagavond niet in het stadion aanwezig. Andere ooggetuigen meldden dat alle poorten van het stadion, die normaal tijdens wedstrijden gesloten zijn, openstonden. Zo kon iedereen het stadion binnenkomen. Van de anders volop aanwezige veiligheidstroepen was slechts een klein deel in het stadion.
De harde kern van Al-Ahry, de inmiddels gevreesde ”ultra’s”, ontrolden tijdens de tweede helft van de wedstrijd een spandoek met daarop de tekst dat de aanhangers van Al-Masry uit Port Said geen echte mannen zijn.
De ”ultra’s” van Al-Ahly staan openlijk achter de strijd tegen de militaire junta. De fans van Al-Masry steunen, net als 80 procent van de Egyptenaren, de junta juist wél. Volgens het grootste deel van de Egyptenaren zorgt het leger voor veiligheid en stabiliteit in het land. En zijn de activisten en relschoppers in Caïro verantwoordelijk voor de slechte economische situatie van het land en de alom heersende chaos.
Dat geweld en onveiligheid om zich heen kunnen grijpen, komt door de afwezigheid van politie op straat. De afgelopen dagen werden twee postkantoren en banken in Caïro met grof geweld overvallen. Het moeten goed voorbereide acties zijn geweest, omdat postkantoren en banken aan het einde van de maand veel geld in kas hebben om lonen uit te keren. Woensdagavond werd zelfs het Demmerdeshziekenhuis in Caïro overvallen. Een vrouwelijke arts werd daarbij gegijzeld en uit de apotheek van het ziekenhuis werd een grote hoeveelheid medicijnen gestolen. Waaronder de totale voorraad morfine.
Dit soort misdrijven is voor Egypte zeer ongewoon. Tijdens het regime van Hosni Mubarak was criminaliteit een zeldzaam verschijnsel. Dat was mede een gevolg van de wet op de noodtoestand, die in 1981 werd ingevoerd na de moord op president Anwar Sadat. Met deze wet kon het regime van Mubarak het gangbare recht omzeilen.
Inmiddels is de gouverneur van Port Said afgetreden en zit het hoofd van de politie in de gevangenis.
Vandaag zou in het onlangs gekozen Egyptische parlement over de opheffing van de wet op de noodtoestand worden gestemd. Vrijwel zeker is dat de moslimbroeders, die een ruim gedeelte van de parlementszetels bezetten, voor opheffing van de wet zijn. Zij hebben decennialang zwaar geleden onder de repressie van het leger. En datzelfde leger wil de broeders zo snel mogelijk naar de kazernes terug sturen.
Het is dus erg toevallig dat de rellen in Port Said uitbraken op de avond voor de behandeling in het parlement van de afschaffing van de gehate wet. De militaire junta heeft het afgelopen jaar meerdere malen gebruikgemaakt van de tactiek om rellen te creëren. Dit geweld zou Egyptenaren ervan moeten overtuigen dat alleen het leger in staat is de orde te handhaven.
In de straten van de grote steden wordt openlijk en luid geroepen om het onmiddellijke vertrek én de berechting van alle leden van de SCAF (Opperste Raad van de Strijdkrachten).
Het lijkt er nu op dat de geest van geweld en chaos –die de SCAF zelf en doelbewust uit de fles heeft laten gaan– zich nu tegen het leger zelf gaat keren. Grote vraag is: wie krijgt hem weer ín de fles?