Saoedi–Arabië pleitte de afgelopen dagen voor publicatie, omdat de omstreden 28 pagina’s uit het negenhonderd pagina’s tellende rapport betrekking hebben op de vermeende rol van Saoedische staatsburgers bij de verwoestende aanslagen in de Verenigde Staten. Om de eis kracht bij te zetten is de Saoedische minister van Buitenlandse Zaken, prins al–Faisal, in Washington.

Het recent gepubliceerde verslag van het Amerikaanse parlement laakt de gebrekkige samenwerking tussen de Amerikaanse inlichtingendiensten in de aanloop tot ’11–9’. Eveneens concluderen de opstellers dat de Saoedische autoriteiten zich voor en na de aanslagen weinig coöperatief hebben opgesteld. De meeste daders van de aanslagen in de Verenigde Staten kwamen uit Saoedi–Arabië.

Volgens The New York Times van afgelopen zaterdag staat in het niet openbaar gemaakte deel dat hooggeplaatste Saoedische functionarissen honderden miljoenen dollars doorsluisden naar ’liefdadigheidsgroepen’ en andere organisaties die mogelijk de aanslagen in de Verenigde Staten medefinancierden.

De Saoedische regering in Riyad reageerde al verbolgen op het publieke deel van de rapportage. Het olierijke land dat geldt als bondgenoot van de VS, is vooral boos op kritiek van Amerikaanse (Democratische) volksvertegenwoordigers. De parlementariërs zeggen dat de VS het Saoedische regime de hand boven het hoofd houden door niet alle gegevens uit het rapport vrij te geven voor publicatie. Washington is altijd voorzichtig geweest met kritiek op de Saoedische machthebbers gezien de nauwe banden tussen beide naties.

Riyad verzekerde vorige week dat er geen banden zijn tussen het Arabische land, de daders van de aanslagen en het terroristennetwerk al–Qaeda van Osama Bin Laden, die ook van Saoedische afkomst is. De Saoedische minister van Binnenlandse Zaken zei dinsdag wel dat de militante moslims die de afgelopen tijd in zijn land zijn gearresteerd, contacten met al–Qaeda hadden.