Wet werken naar vermogen (WWNV) betekent „omslag”
DEN HAAG – Een „fundamentele omslag” is nodig in het omgaan met mensen met
een arbeidsbeperking, om te voorkomen dat er in 2040 1 miljoen mensen minder zijn om de kosten voor de sociale voorzieningen op te brengen.
Dat staat in de Wet werken naar vermogen (WWNV), die staatssecretaris De Krom (Sociale Zaken) woensdagmorgen naar de Kamer stuurde. De wet is een uitwerking van plannen die al in het regeerakkoord stonden aangekondigd om iedereen die (deels) kan werken aan het werk te krijgen.
Burgers moeten volgens De Krom geen „verantwoordelijkheid afschuiven op de overheid waar zij problemen zelf kunnen oplossen.” Daarom moet de bijstand straks slechts nog fungeren als „tijdelijk vangnet, op weg naar werk”, blijft de sociale werkvoorziening alleen bestaan voor mensen die puur in een sociale werkplaats kunnen werken en blijft de Wajongregeling voor jonggehandicapten alleen nog openstaan voor jongeren die volledig arbeidsongeschikt zijn.
De WWNV, die op 1 januari 2013 in werking treedt, maakt het voor werkgevers aantrekkelijk om mensen met een beperking in dienst te nemen. Zo hoeven zij via de zogenoemde loondispensatie straks alleen het gedeelte te vergoeden dat ook daadwerkelijk wordt geproduceerd. De overheid vult dit inkomen aan tot maximaal het minimumloon.
Gemeenten krijgen een centrale rol in de poging alle overige mensen met een arbeidsbeperking naar werk te begeleiden. Per saldo is daarvoor vanaf 2015 2,6 miljard euro beschikbaar.
Volgens De Krom kan van alle Wajongers „minstens de helft” werken in een reguliere baan. Nu gebeurt dat nog in ongeveer een kwart van de gevallen. In de sociale werkvoorziening ligt de doorstroming op ongeveer 5 procent, terwijl volgens De Krom minstens 50 procent mogelijk is.
De FNV sprak woensdagmorgen in een reactie van „de lafste bezuiniging ooit.” Volgens de bond biedt de wet geen aanknopingspunten voor werk omdat er te weinig aandacht is voor de noodzakelijke begeleiding van mensen met een arbeidsbeperking.
Volgens SP-Kamerlid Karabulut zal de nieuwe wet ertoe leiden dat mensen met een beperking „veroordeeld worden tot een bestaan van werkloosheid of armoede.” Volgens haar schrijft het kabinet door niets te vragen van werkgevers “zonder perspectief en zonder een fatsoenlijk inkomen” een grote groep mensen af. „Samen met de maatregel om de uitkeringen fors te verlagen wordt er bijna drie miljard euro bezuinigd op het werk, inkomen en de begeleiding van de meest kwetsbare groepen in onze samenleving. Het kille kabinetsbeleid wordt op weinig plekken pijnlijker duidelijk dan hier”, aldus Karabulut.
Mogelijkheden
In een presentatie van zijn plannen stelde De Krom vanmorgen juist dat de wet er juist voor zorgt dat de sticker met „u kunt niet meedoen” van de hoofden van mensen met een beperking wordt afgetrokken. „Mensen kunnen veel meer dan we nu vaak denken. Om ze dan onnodig te parkeren in een uitkering is onbeschaafd. We moeten hun mogelijkheden optimaal benutten. Waar een wil is, is werk”
Hij noemde de uitvoering van de wet die gemeenten op zich moeten nemen „een hele opgave, maar het kan wel.” Banen voor mensen met een arbeidsbeperking zouden onder meer gevonden kunnen worden door hen te plaatsen op werk dat nu vaak door Oost-Europeanen worden uitgevoerd. „Ook zijn er nog altijd meer dan 100.000 vacatures.”
Kritiek RvS
Ook de Raad van State (RvS) uit op enkele punten kritiek op de nieuwe wet. Zo wijst de RvS erop dat dat gemeenten naast de WWNV ook al te maken krijgen met de overheveling van een belangrijk deel van AWBZ naar de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en uitvoering van de jeugdzorg.
Sommige gemeenten hebben al een financiële achterstand, aldus de Raad van State. „Dit alles kan een risico betekenen voor een goede uitvoering van het voorstel.”