Minder sterfte door kanker dan verwacht
Het aantal sterfgevallen door kanker is in de meeste landen van de Europese Unie minder dan verwacht. Medici hadden voorspeld dat in 2000 in de Europese Unie 1,03 miljoen mensen aan kanker zouden overlijden. De teller is blijven staan op ruim 940.000, zo heeft het Europees Kankerinstituut in Milaan dinsdag gemeld.
De afgelopen vijftien jaar zijn wel 12 procent meer mannen en 9 procent meer vrouwen overleden aan kanker. Maar die stijging is slechts half zo groot als was voorspeld.
Onderzoekers trekken hieruit de conclusie dat de Europese inspanningen om het aantal sterfgevallen terug te dringen, succes hebben gehad. De EU lanceerde in 1985 een ambitieus programma tegen kanker. Het streven was in 2000 15 procent minder sterfgevallen door de ziekte te hebben dan op dat moment werd verwacht.
Dat is niet gehaald, aldus Peter Boyle van het instituut in Milaan. „Maar op een enkele uitzondering na zien de EU–landen het aantal sterfgevallen teruglopen en ook voor de nabije toekomst lijkt die trend zich voort te zetten. „In negen van de vijftien landen loopt het risico te overlijden aan een vorm van kanker met 10 procent terug, longkanker niet meegerekend. Vrouwen lopen in ieder land steeds meer kans te overlijden aan longkanker", aldus Boyle.
In Nederland overlijden meer vrouwen aan longkanker dan in andere landen in de Europese Unie. „Meer dan 90 procent van de vrouwen met longkanker hebben gerookt", aldus een woordvoerder van de Nederlandse Kankerbestrijding. Het aantal vrouwen met longkanker steeg tussen 1989 en 1998 met 50 procent, zo bleek verleden jaar uit cijfers van de Nederlandse Kankerregistratie.
In 1998 overleden 37.000 Nederlanders aan een vorm van kanker. Dat was 8 procent minder dan in 1989.