Predikant richt zich met manifest tot protestantse kerk
ZWIJNDRECHT – Met een manifest waarin hij zijn zorgen verwoordt over ontwikkelingen in de Protestantse Kerk en de Nederlandse samenleving, neemt de gereformeerde voorganger dr. W. van Herwijnen afscheid als actief dienend predikant.
De Zwijndrechtse voorganger, die deze week wegens het bereiken van de leeftijd van 65 jaar met emeritaat gaat, publiceert vandaag een manifest, dat bijna zeventig pagina’s telt. Het boekwerkje, met de titel ”Manifest voor de PKN – Gods vijf vergeten geboden”, is een persoonlijk initiatief van dr. Van Herwijnen. Het wordt verstuurd naar predikanten en 2200 gemeenten in de Protestantse Kerk in Nederland.
Dr. Van Herwijnen richt zich in zijn brochure op vijf hoofdpunten. In de eerste plaats is hij verontrust over de wijze waarop Nederlanders omgaan met hun geloof in God. Hij ziet om zich heen dat veel mensen zeggen nog wel te geloven, maar daarvoor de kerk niet meer nodig hebben. „Wij leven zo langzamerhand in een cultuur die God niet eens mist.”
Ook in dat licht baart het hem zorgen hoe de discussie over het spreken over God in de Protestantse Kerk verloopt. Dr. Van Herwijnen meent onder meer dat de Middelburgse predikant ds. K. Hendrikse zaken uitdraagt die „helemaal haaks staan op wat de Bijbel zelf zegt over God en op de waarheid van de Schrift en op wat de belijdenisgeschriften zeggen over het gezag van de Bijbel.”
Hoewel dr. Van Herwijnen met waardering spreekt over diverse personen en organisaties in de kerk die stelling namen tegen het gedachtegoed van ds. Hendrikse, vraag hij zich af of de generale synode van de Protestantse Kerk niet heeft gefaald. „Terecht zegt de Gereformeerde Bond dat ds. Hendrikse alsnog uit het ambt gezet moet worden. Terecht zegt hijzelf dat de kerk dat om zijn eerste boek al had moeten doen.”
In de tweede plaats is dr. Van Herwijnen verontrust over de in zijn ogen te makkelijke manier waarmee onder christenen wordt omgesprongen met Gods inzettingen. „De wereldgelijkvormigheid in de kerk neemt steeds duidelijkere vormen aan. Maar de wereld heeft niets met God, en de inbreng van de kerk in de wereld is miniem. Onze tijd kenmerkt zich het best door te stellen dat je nog wel christen mag zijn, binnenskamers, maar daarbuiten mag je het steeds minder praktiseren, zoals de rustdag.”
De predikant bepleit om die reden een herbezinning op de betekenis van Gods geboden voor het leven van vandaag, onder meer op het gebied van de zondagsrust.
Als derde punt van verontrusting spreekt dr. Van Herwijnen over verschuivingen die hij signaleert op het terrein van euthanasie en abortus. Bij euthanasie is er volgens hem sprake van een ontwikkeling waardoor actieve levensbeëindiging als normaal gezien gaat worden, ook bij wilsonbekwamen. En abortus, in de jaren ’70 gelegitimeerd vanuit de noodsituatie van de vrouw, is een verworvenheid van de luxesamenleving geworden, aldus de predikant.
De verseksualisering van de samenleving zorgt ervoor dat enerzijds zeer makkelijk wordt overgegaan tot abortus bij een onbedoelde zwangerschap, terwijl anderzijds de mogelijkheden op dit gebied nieuwe spanningen oproepen. Dr. Van Herwijnen doelt onder meer op conflicten tussen aanstaande ouders als één van beiden het ongeboren kind niet wenst. Ook noemt hij de problematiek rond het in een laat stadium afbreken van een zwangerschap, soms om relatief kleine afwijkingen bij het ongeboren kind.
Het vierde hoofdstuk in het manifest vraagt aandacht voor het huwelijk, als een door God gegeven inzetting. Volgens dr. Van Herwijnen is de kennis van velen, ook in de kerk, op dit punt minimaal geworden. In de samenleving ziet hij een tendens om het huwelijk als samenlevingsvorm te ontdoen van haar unieke karakter. Ook komen echtscheidingen onder christenen steeds vaker voor, ondanks dat God dit in de Bijbel verbiedt.
De auteur richt zich specifiek op jongeren en adviseert hen te staan naar geestelijk leven. Ouders én de kerk doen er volgens de predikant goed aan om praktische beletselen die jongeren in de weg staan om te trouwen, zoveel mogelijk uit de weg te ruimen. Daarnaast gaat hij in op vragen rondom de positie van homoseksuele christenen in de kerk.
Ten slotte vraagt dr. Van Herwijnen aandacht voor de positie van Israël. Hij bepleit een respectvolle benadering van het Joodse volk, gericht op het jaloersmaken van Gods volk op Jezus Christus, de Messias.
Dr. Wout van Herwijnen studeerde theologie in Kampen en Apeldoorn. Hij was predikant in Bergentheim (1984), Kampen (1989), Haarlem (1997) en Zwijndrecht (2004). Dr. Van Herwijnen promoveerde op 20 april 2010 aan de Universiteit van Pretoria (Zuid-Afrika) tot doctor in de theologie met het proefschrift ”Rentree van de Profetie”.
Dr. Van Herwijnen schreef diverse boeken, onder meer over het geloof, het staan in de kerk en de positie van Israël.