Hogere eisen aan onderwijs gaan niet samen met grote bezuinigingen
Professionalisering is belangrijk voor het onderwijs, maar heeft grenzen, reageren B. W. de Leeuw en W. H. Heenck op Elbert Dijkgraaf (RD 19-1). Als de overheid steeds hogere eisen stelt en tegelijk bezuinigt, houdt het een keer op.
Laten we beginnen met een positief geluid: Dijkgraaf heeft gelijk als hij opmerkt dat de scholen op de kosten moeten letten en de tering naar de nering moeten zetten. De inkomsten worden minder en dus moeten de scholen ook kritisch kijken naar de uitgaven. Het personeelsbeleid is al door J. Heres (RD 24-1) becommentarieerd. Om die reden willen we het effect op mensen verder laten rusten.
Waar Dijkgraaf echter aan voorbijgaat, is dat er al veel scholen zijn waar wel versterking van het management en daarmee professionalisering heeft plaatsgevonden. Onze school heeft bijvoorbeeld al sinds 2007 samen met andere scholen een algemeen directeur (vanuit het bedrijfsleven) aangetrokken die voorheen door vrijwilligers uitgevoerde taken heeft overgenomen. Daarmee is een professionaliseringsslag gemaakt, maar worden ook structureel meer kosten gemaakt. Wij hebben in die vier jaren niet kunnen aantonen dat de investering in algemeen management zichzelf terugverdient in termen van kostenbesparing op personeelsbeleid en financieel beleid. We zijn zeker professioneler geworden, maar we zijn niet goedkoper uit.
Onze school heeft ruime financiële reserves. Het beleid is erop gericht om deze in te zetten in het onderwijs en daarom hebben we helemaal geen koudwatervrees om negatief te begroten. Maar daarbij moeten we wel goed opletten. Juist in solide financieel management moet de stelregel zijn om geen structurele lasten te dekken met incidentele baten (wat reserves toch zijn). Dus als het gaat om bijvoorbeeld zorgprojecten, willen we daar extra geld voor inzetten, maar niet als het gaat om een structurele leerkrachtdag extra in de formatie.
Om de problemen op te lossen, lijkt professionalisering het toverwoord. Dijkgraaf realiseert zich onvoldoende dat er grenzen zijn. De leerkracht voor de klas draagt zorg voor kwalitatief goed onderwijs en goede resultaten en heeft daarnaast nog andere taken. Het taakbeleid zit echt vol! Omdat er minder geld is moet dat dus opeens professioneler, alsof dat het sleutelwoord is om alles aan te kunnen. De vele problemen die de basisschool binnenkomen kunnen niet zonder meer in grote groepen worden opgevangen door alle leerkrachten.
Ten slotte, we zitten absoluut niet bij de pakken neer. We zien grote uitdagingen voor ons. Er zijn knoppen om aan te draaien. Onze conclusie is alleen dat wij al aan deze knoppen hebben gedraaid en dat daarna nog steeds een tekort blijft bestaan. De bezuinigingen door de overheid zijn zo groot, dat we aan de steeds hogere eisen die aan onze taak worden gesteld (onderwijs, zorg en opvoeding) straks, als onze reserves op zijn, niet meer kunnen voldoen.
De auteurs zijn respectievelijk algemeen directeur van zes basisscholen, waaronder de Ds. Gisb. Voetiusschool in Andel, en schooldirecteur van de Ds. Gisb. Voetiusschool.