Minister Dekker (VROM) vindt dat gemeenten toezicht moeten houden op de gasleidingen en gasinstallaties in huizen. De gemeenten „geven echter geen invulling aan die taak”, zei de minister in antwoord op kamervragen van de SP naar aanleiding van de gasexplosie onlangs in Den Haag. Ze houden volgens haar onvoldoende toezicht op de kwaliteit van het gasnetwerk.

De VNG is gepikeerd door de stellingname van de minister en stuurde een boze brief naar de Kamer. De organisatie stelt dat de wet niet helder is en dat die moet worden aangepast omdat gemeenten geen kennis, mensen en bevoegdheden hebben om feitelijk in te grijpen.

Niet de gemeenten maar de energiebedrijven zijn verantwoordelijk voor de kwaliteitsbewaking van de gasleidingen, meent de VNG. „Het toezicht op gas- en elektriciteitscentrales hoort thuis bij die instanties die de macht hebben om bij onveilige situaties de gaskraan dicht te draaien of de schakelaar om te zetten. Dat zijn de energiebedrijven, omdat die bevoegd zijn de toevoer van gas en elektriciteit stop te zetten.”

De VNG wil daarom de Gaswet en de Elektriciteitswet in die zin aanpassen. Verder stelt de VNG dat de gemeenten als gevolg van de liberalisering van de energiesector geen grip meer hebben op grote bedrijven als Nuon en Eneco.

Politici vinden dat er snel duidelijkheid moet komen. CDA-kamerlid Vietsch vind het „uitermate vreemd” dat er jaren na de liberalisering nog steeds onenigheid is over de vraag wie verantwoordelijk is voor het toezicht. VVD’er Hofstra stelt dat het tijd is dat „duidelijk wordt wie in de huizen hoort te controleren.” Van As (LPF) meent dat gemeenten hun verantwoordelijkheid niet moeten afschuiven op het ministerie, maar het probleem moeten aanpakken.

De VNG bespreekt de kwestie eind augustus met het ministerie van VROM, maar acht zich niet schuldig aan de onduidelijkheid. „Wij hebben al een aantal keer bepleit om er samen uit te komen.”