Tot rust komen tussen de koeien
Camping: Boerencamping Hammerslag, Westergeest, Friesland, met een paar compleet ingericht chalets, maar ook standplaatsen voor tenten. De camping ligt op het terrein van een melkveehouderijbedrijf met koeien, kalveren, pony’s en kippen. In een educatie- en voorlichtingscentrum is te zien hoe op een melkveehouderij dagelijks met dieren wordt omgegaan.
Kampeerders: Familie Broekhuizen uit Maastricht. Vader Co (55) en moeder Ineke (53) Broekhuizen en hun twee dochters Imke (16) en Maartje (19). Co was 27 jaar lang ambulanceverpleegkundige in Maastricht en is nu met de VUT.
Waarom deze camping? Ineke: „We wilden altijd al graag een keer naar een boerencamping om daar ons tentje neer te zetten. Via de Stichting Vrije Recreatie hebben we wat informatie opgevraagd. Dit was de enige camping met een echt boerenbedrijf erbij. Imke: „Het is hier heel gaaf, maar je zit wel erg ver van de bewoonde wereld. Het enige wat je hier ziet, is gras en koeien.”
Hoe lang? Ineke: „Twaalf dagen, maar normaal gaan we veel langer.” Maartje, blozend: „We gaan eerder weg om mij, want ik mag nog met mijn vriend mee naar Spanje.”
Uitrusting: Co: „We hebben een oersterke tent van 22 jaar oud. Een kenner noemde haar eens de Rolls-Royce onder de tenten. Oersterk en degelijk. Het hele spulletje gaat overal mee naartoe in een grote kar, die we in de buurt van Maastricht stallen.” Ineke: „Het enige wat we erbij hebben gekocht is een kleine slaaptent voor onze dochters. Ze wilden graag apart slapen. Verder hebben we naast de gebruikelijke kampeeruitrusting een koelbox, een kookstel met drie pitten, een waterkoker en een koffiezetapparaat.”
Kosten: Ineke: „Tegenwoordig betaal je voor een tent als deze al gauw 2000 euro. Verder betalen we ongeveer 200 euro om hier twaalf dagen te kunnen staan. Daarbij komen nog de boodschappen.”
Voordelen van kamperen: Ineke: „Met een tent kun je gaan en staan waar je wilt en je zit vaak midden in de natuur.” Maartje: „Het leuke van deze camping is dat we mee mogen helpen met koeien melken en andere werkzaamheden op de boerderij.” Imke: „Dat maakt het echt tot een belevenis.”
Nadelen: Co: „Het klinkt misschien gek, maar ik zou niet zo snel een nadeel weten.” Ineke: „Nadelen zijn er gewoon niet.” Imke: „Kamperen is prachtig, we zijn ermee opgegroeid.” Maartje: „Inderdaad, het is erfelijk.”
Wat te doen bij dagenlang regen? Ineke: „Als het lange tijd regent, gaan we gewoon naar huis. Dat hebben we een keer meegemaakt toen we op een camping in Voorst stonden. Het water kwam met bakken uit de lucht. Onder onze tent vormde zich een watermassa die niet de bodem in trok. Als je ging slapen, had je het idee dat je op een waterbed lag. We zijn toen noodgedwongen vertrokken.” Co: „Regen geeft nog de meeste ellende als je de tent moet afbreken en inpakken. Dus eigenlijk toch nog een nadeel aan kamperen. Het doek ligt een winter lang opgeslagen in een aanhanger en moet dus goed droog zijn. Als het met het inpakken regent, moet je het hele gevaarte thuis nog een keer opzetten om het in de zon te laten drogen. Tenminste, als die dan schijnt.”
Kamperen is tobben? Co: „Nee, absoluut niet.” Ineke: „Kamperen is juist ontspanning. Het is echt vakantie.” Imke: „Kamperen is ontzettend gezellig.” Maartje: „Het is te gek, maar ik mis mijn vriend.”
Geen camping, wat dan? Ineke: „Een hotel, liefst in het buitenland.” Imke: „Ja, gaaf, Italië of Spanje bijvoorbeeld!” Co: „Het liefst ga ik dan naar een hotel. Van een huisje moet ik niets hebben. Ik vind het niet zo fris, omdat je nooit weet hoe schoon het door de vorige bewoner is achtergelaten. Ik krijg in een huisje altijd de neiging eerst de boel grondig schoon te maken.”
Leukste campingervaring: Imke: „Op een camping in Winterswijk liepen de koeien ’s morgens angstaanjagend achter onze tent te snuiven.” Maartje: „Ik haalde op een camping in Zeeland een keer een jong egeltje onder het grondzeil vandaan. Maar goed dat ik er niet op ben gaan liggen.” Co: „Ik geniet hier vooral van de andere levenssfeer en de cultuur. Zondag was ik in de omliggende dorpjes. Er was geen winkel open! Alles leek uitgestorven. In een stad als Maastricht zijn we dat niet gewend, daar bruist het leven altijd maar door. Toch gaan wij daar ’s zondags naar de kerk. Ik wist dat er in Dokkum een rooms-katholieke kerk staat, maar ik wist niet precies hoe laat de dienst begon. We zijn dus niet gegaan.” Bert Monster