Opinie

Koran maakt van Jezus sprookjesachtige wonderdoener

Wat is het verschil tussen wat de Koran zegt over Jezus en het Bijbelse spreken over Hem?

28 January 2012 09:30Gewijzigd op 14 November 2020 18:57
Ds. Kater. Foto RD
Ds. Kater. Foto RD

Niet alleen de Bijbel, ook de Koran spreekt over Jezus. Welke plaats krijgt Jezus in het heilige boek van de moslims? In ieder geval een ereplaats. Wanneer je geschriften leest van een moslim, kan het je gebeuren dat je achter de naam Jezus consequent ”vzmh” ziet staan: ”vrede zij met hem”. Daaruit spreekt het respect dat moslims hebben voor deze ”Gezalfde van Allah”.

Zoals bekend verwerpt iedere moslim de christelijke leer van de drie-eenheid. Vaak gebeurt dit met een sterk rationalistische redenering in de trant van ”drie is geen één, en één is geen drie”.

Op de achtergrond speelt ook de intense strijd mee tegen het Arabische polytheïsme én de veronderstelling dat christenen God, Maria en Jezus als drie goden zien. Het is nuttig om te bedenken dat de islam ontstaan is rond de 7e eeuw in een gebied waar het oosterse christendom zich verbreid had. Ook daar waren allerlei variaties ontstaan in de visie op Jezus: van ”God die steeds meer mens werd” tot ”mens die steeds meer God werd”.

Moslims verschillen bovendien nogal in de manier waarop ze tegen christenen aankijken. Naarmate ze tot een meer mystieke stroming behoren, is hun toon vaak gematigder, lijkt het.

Citaten uit de Koran

Twee citaten uit de Koran zijn in ieder geval van belang.

  1. Christenen worden als volgt aangesproken: „Mensen van het boek! Ga niet te ver in jullie godsdienst en zegt over God alleen de waarheid. De masieh (Messias) Isa (Jezus), de zoon van Marjam, is Gods gezant en zijn woord –dat Hij richtte tot Marjam– en een geest bij Hem vandaan. Geloof dan in God en in zijn gezanten en zeg niet: ”Drie” (goden). Houd daarmee op, het is beter voor jullie. Immers, God is één. Geprezen zij Hij! Hij is verheven boven het hebben van een zoon, Hem behoren alle dingen in de hemelen en op de aarde toe” (soera 4:171).

  2. Jezus mag een ereplaats hebben, maar Hij is niet God in eigen Persoon als de Zoon van God. „Zeg: Hij is God, de Ene en de Enige; God, de Eeuwige, Absolute. Hij verwekt niet, noch is Zelf verwekt; en er is er geen één die lijkt op Hem”(soera 112:1-4). En: „De Joden noemen Ezra een zoon van God, en de christenen noemen Christus de zoon van God. Dat is een gezegde uit hun mond; in deze doen ze niet anders dan de ongelovigen van oudsher imiteren. Moge God tegen hen strijden: hoe ver zijn ze van de waarheid verwijderd” (soera 9:30).

Bezwaren

Wat zijn vooral de bezwaren van moslims en welke tegenargumenten kunnen we gebruiken in ons gesprek met hen over Jezus als de Zoon van God?

  1. Als God een Zoon zou hebben, zeggen moslims, dan zou Hij ook een vrouw gehad moeten hebben met dezelfde goddelijke natuur.

Antwoord: Het is juist om een opvatting van goddelijk zoonschap te verwerpen wanneer dat zou betekenen dat God een zoon gekregen zou hebben langs de weg waarin iedere vader een zoon ontvangt. Christenen belijden Jezus als de Zoon van God in een unieke, geestelijke zin van het woord. Ze kozen daarom de aanduiding ”eeuwige generatie” van de Zoon. In ieder geval is Jezus niet de Zoon van God omdat Hij op een bijzondere manier is verwekt in de moederschoot. De benaming van Jezus in de Koran als ”zoon van Maria” is volkomen juist. Het is alleen te weinig. Bij de aanduiding ”eeuwige generatie” is het van belang te beseffen dat er geen ”eerder” of ”later” is in God (zoals een zoon nu eenmaal na zijn vader geboren wordt).

  1. God is een ondeelbaar wezen en een zoon zou noodzakelijk dezelfde identiteit moeten hebben. Dan zou een omschrijving van God als ”een noodzakelijk ondeelbaar wezen” op beiden moeten slaan en dat zou betekenen dat God wel (in tweeën) gedeeld is.

Antwoord: juist om deze reden heeft de kerk een onderscheid gemaakt tussen de drie Personen en het ene wezen van God. Het is de Vader (als Persoon) die de Zoon genereert en niet het ene goddelijke wezen dat een Zoon voortbrengt. De Zoon is er niet dankzij de wil van de Vader –dan zou Hij een schepsel zijn– maar Hij is van nature de eeuwige Zoon. Op zich genomen kunnen we de soera: „Hij verwekt niet, noch wordt zelf verwekt” onderschrijven. De eeuwige God verwekt niet op menselijke wijze en ontleent Zijn bestaan aan niemand anders dan Zichzelf. Ieder schepsel heeft z’n bestaan aan een ander te danken, maar de Schepper niet.

  1. Het is niet juist om te stellen dat ”God is Christus” (soera 5:17, 72).

Antwoord: Dat is juist, maar dat doen christenen ook niet. Het omgekeerde is wel te verdedigen, namelijk ”Christus is God”. Maar ook dan zullen we erbij vermelden dat we in de eenheid wel het onderscheid handhaven. Denk maar aan de omschrijving bij Johannes. „Het Woord was God” benadrukt de eenheid, terwijl het onderscheid er meteen aan verbonden is: „Het Woord was bij God” (Johannes 1:1).

Apocriefe geschriften

Verder is het opvallend dat in de Koran allerlei zaken terug te vinden zijn uit apocriefe geschriften uit de eerste eeuwen. En dan blijkt dat, terwijl aan de ene kant het God-zijn van Jezus ontkend wordt, er aan de andere kant wonderlijke verhalen verteld worden over Maria en Jezus. Hoe Jezus reeds als jongen geboetseerde kleivogels tot leven kon verwekken, lees je ook in de Koran (soera 3:48-51). Als baby spreekt hij al: „Ik ben de boodschapper van God en zijn slaaf. Hij heeft mij het boek gegeven en mij tot een profeet gemaakt” (soera 19:30).

Dus Jezus is in de Koran minder God en meer wonderdoener in de zin van allerlei bijzondere dingen die je alleen in sprookjes tegenkomt. Dat maakt Hem niet geloofwaardiger.

Dit mag niet leiden tot een houding van ”zie je wel, wij hebben gelijk”. Wie de Heere echt leert kennen, bidt voortdurend: „Geef ons allereerst dat wij U op de rechte wijze kennen.” Zo wordt Zijn Naam geheiligd. Dan zullen we onze voorbede uitbreiden tot ”wij en alle mensen”. Allah kan wel bemind worden, maar bemint niemand. De Bijbel zegt daarentegen: „God is liefde” (1 Joh. 4:8,16). Allah is zeer verheven. De Heere is zeer verheven én zeer nabij. Dat brengt bij de unieke positie van Jezus: de Middelaar! Laten we moslims jaloers maken op zo’n God.

Dr. M. J. Kater, christelijk gereformeerd predikant te Sint Jansklooster en docent apologetiek aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. Heeft u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl
Verder lezen over dit onderwerp

Website van Stichting Evangelie en Moslims

Colin Chapman, Kruis en halve maan (Amsterdam: Buijten &Schipperheijn 2003)

Chwakat Moucarry, Faith to Faith. Christianity & Islam in Dialogue (Nottingham: IVP 2001)

Meer over
Weerwoord

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer