Geestelijke eenheid basis voor kerkelijke eenheid
Zaterdag 14 januari, pagina 2 van het Reformatorisch Dagblad: het jaar is goed begonnen. Twee artikelen boven aan de pagina gingen over de eenheid van de kerk. Zou dat het thema worden anno domino 2012?
Het ene artikel betrof een lezing van dr. M. Jansen, de zogenaamde oecumenelezing van de Wereldraad van Kerken, en bevatte verstandige uitspraken. Ik vis er maar even eentje uit: „”Eendracht maakt macht” kan het motto van een leger zijn, maar niet van de kerken. Voor je het weet, is het de macht die de eendracht maakt.”
Het vervelende van het artikel is dat mij niet duidelijk werd wat dan wel verenigt. „Eenheid in verscheidenheid”, zegt de hoogleraar, verbinding in „unieke, biografische ontwikkelingen van het geloof.” Dit klinkt mij te veel in de oren als een talig doekje voor het bloeden. Er moet toch bij alle verscheidenheid iets zijn wat verbindt. Professor Mechteld Jansen zoekt de eenheid niet zozeer in inhoud, maar in het proces. In een kostbare dialoog onderweg.
Veilig
Daarmee zijn we bij het tweede artikel: een lezing van ir. Waaijenberg van het deputaatschap kerkelijke eenheid van de Gereformeerde Gemeenten voor studenten. Ook vanuit dat deputaatschap wordt de dialoog gevoerd. Het artikel maakt melding van gesprekken met hersteld hervormden, christelijke gereformeerden; met oud gereformeerden en gereformeerden in Nederland. Ook hier gaat het dus met recht om een kostbare dialoog onderweg. Het doel van deze gesprekken is het zoeken naar eenheid.
Het is goed om te lezen dat er niet alleen wordt gesproken over officiële documenten, maar dat de broeders ook elkaars preken lezen, op zoek naar geestelijke eenheid. De kerk is geen bedrijf en geestelijke eenheid moet de basis vormen voor institutionele eenheid. Prachtig.
Waaijenberg stelt daarbij terecht dat ieder van de deelnemers er alert op moet zijn dat jaren van gescheiden optrekken het gevaar met zich meebrengt van „het aanhoudend benadrukken van bepaalde facetten van de volle waarheid Gods.” Deze gesprekken tussen kerkleiders mogen wel ondersteund worden door een menigte van gebeden.
Samen praten is belangrijk. Tegelijk is het vrij veilig. Af en toe een afspraak met elkaar maken, kun je jaren volhouden, zonder dat het gaat wringen. Leidt het binnen afzienbare termijn ook tot besluiten op synodeniveau? Daarvoor zijn geloof, moed, getrouwheid en afhankelijkheid nodig.
Er is meer dan synodale commissie of een deputaatschap. Verandert er ook iets op de kerkvloer? Op dezelfde pagina stond nog een ander bericht. Er was een nieuwe stichting op gericht: de SOEGG. De stichting was afgescheiden door het deputaatschap Israël van de Gereformeerde Gemeente. Ze richt zich in samenwerking met een plaatselijke joods-christelijke gemeente op de gezondheidszorg in Oekraïne.
Wie denkt dat de letters GG van de overigens weinig elegante lettercombinatie staan voor Gereformeerde Gemeenten, vergist zicht. GG staat voor Gereformeerde Gezindte! De stichting wil interkerkelijk worden. Dat is een hoopvolle beweging. Van GG naar GG. Laten we de deuren van onze toko’s openzetten om als kerken elkaar en de ander te ontmoeten in het priesterlijk aspect van het kerk-zijn: barmhartigheid en ontferming. Natuurlijk moeten we dan iets van onszelf opgeven. Maar zo als in het citaat bij het artikel staat: kerkelijke eenheid gaat gepaard met offers.
Seminarie
Bij het profetisch aspect van de kerk denk je al snel aan de prediking. Kanselruil zou wel een heel grote sprong zijn. Maar ook hier zijn betekenisvolle stapjes mogelijk. Begin deze maand mocht ik een middag verzorgen voor het Hersteld Hervormd Seminarium. Daar waren hersteld hervormde studenten en jonge predikanten bijeen voor twee studiedagen. ’s Avonds sprak mijn christelijke gereformeerde collega-columnist ds. J. M. J. Kieviet over voorwerpelijke en onderwerpelijke prediking. Ik vond het wel verrassend dat voor deze kerkelijke conferentie twee van de drie lezingen verzorgd werden door sprekers uit de afgescheiden kerken.
Sommige kerkgenootschappen hebben op dit punt nog wel een weg te gaan. Ik heb de stellige indruk dat de Hersteld Hervormde Kerk, de Christelijke Gereformeerde Kerken en het behoudende gedeelte van de Protestantse Kerk Nederland hierin royaler zijn dan de andere gemeenten die bij de gereformeerde gezindte horen.
Een spreker van een ander kerkverband kan gezien worden als noodoptie, voor het geval dat er binnen het eigen kerkelijke verband geen spreker over een onderwerp beschikbaar is. Het kan ook meer zijn. Een doelbewuste keuze om geestelijke eenheid en verbondenheid tastbaar te maken. En zichtbaar, „opdat de wereld gelove” (Joh. 17:21).
Reageren? welbeschouwd@refdag.nl