Bedelverbod slecht voor straatkrantverkoper
Het bedelverbod dat sinds 1 juni in Rotterdam van kracht is, zaait verwarring onder de verkopers van het Straatmagazine.
Dat blijkt na rondvraag onder daklozen en betrokkenen.
Het bedelverbod is ingesteld in acht gemeentelijke gebieden, waaronder het centrum en de Kop van Zuid. Hoewel de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) duidelijk bepaalt dat straatmuzikanten en straatkrantverkopers niet onder dit bedelverbod vallen, ondervinden de straatkrantverkopers wel hinder van het verbod, aldus de hoofdredacteur van het Straatmagazine, Sander de Kramer.
„Veel bedelaars doen zich nu voor als Straatmagazine-verkoper terwijl ze gewoon foldertjes proberen te verpatsen. Bovendien gedragen ze zich opdringerig, waardoor onze verkopers in een slecht daglicht komen te staan.” Een straatkrantverkoper beschikt over een identificatiepasje en koopt de kranten in voor de helft van de verkoopprijs.
Niet alle straatkrantverkopers zijn negatief over het verbod. Een venter die zichzelf Blackie, de zingende straatkrantverkoper noemt, is zelfs te spreken over de nieuwe maatregel. „Nu de bedelaars uit het centrum zijn, kopen mensen sneller een krantje bij mij. Anders zijn ze al hun kleingeld kwijt aan mensen die niks doen voor hun eurootje.”
Volgens het Centrum voor Dienstverlening (CvD) dat de 4500 Rotterdamse daklozen ondersteunt, is het bedelverbod vooral vanwege juridische redenen ingevoerd. „Overlast is een moeilijk te bewijzen term. Plak er het etiket bedelen op en je kunt al makkelijker iemand verwijderen of arresteren”, aldus CvD-medewerker Peter van Essen.
Bij de politie is niet bekend of er al personen zijn opgepakt na overtreding van het bedelverbod. „Als bedelaars voor overlast zorgen, dan arresteren we ze niet vanwege het bedelverbod maar vanwege de overlast”, aldus een woordvoerder van de politie.