Couwenberg analyseert „revolutie” van de laatste twintig jaar
Prof. dr. S. W. Couwenberg, emeritus hoogleraar staats- en bestuursrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, beschrijft in ”Tijdsein” wat hij noemt de ”revolutionaire periode” van de twee laatstverstreken decennia.
Wim Couwenberg (1926) is de oprichter en hoofdredacteur van het filosofisch tijdschrift Civis Mundi. Samen met prof. dr. Arnold Heertje en mr. Jacob Kohnstamm vormt hij het comité van aanbeveling van het Vrijzinnig Democratisch Forum.
In ”Tijdsein” stelt Couwenberg de digitale vloedgolf die de wereld overspoelt centraal. Hij betrekt daarbij de gevolgen die deze heeft voor de politieke keuzes die worden gemaakt, onder meer waar het gaat om de ontwikkelingsproblematiek.
In het eerste deel beschrijft Couwenberg de bevolkingskrimp in het noordelijke deel van de wereld tegenover de snel stijgende groei van de bevolking in het zuidelijke deel. Gevolg hiervan is dat er een migratiestroom van zuid naar noord op gang is gekomen, waardoor de etnische spanningen in sommige landen verontrustend toenemen. Integratie is een nieuw vraagstuk geworden.
Een ander nadeel van de bevolkingsexplosie op het zuidelijk halfrond is dat er een versnelde groei van de wereldconsumptie is ontstaan. De toenemende exploitatie van de natuurlijke hulpbronnen levert schaarste met bijbehorende problemen op.
Daarnaast is de digitale revolutie een generatiebepalende factor geworden. Door het razendsnelle ontwikkeling van internet is er een bevolkingsgroep ontstaan die gekarakteriseerd kan worden als een in zichzelf gekeerde massa. Op een bijna ziekmakende manier probeert men door digitaal genot vooral zichzelf te behagen, waardoor men zich veel minder betrokken voelt bij de maatschappij als geheel. Zodoende is er een nieuwe verslavingsproblematiek ontstaan op het gebied van internet en games.
Virtuele en sociale netwerken schieten als paddenstoelen uit de grond, waarbij mensen zichzelf (ook anoniem) kunnen etaleren of online contact kunnen zoeken. Betrokkenen voelen zich minder geremd om zich te uiten, omdat ze fysiek niet geraakt of gezien kunnen worden. Hoe vaak leiden twitterberichten vanuit besloten bijeenkomsten niet voortijdig tot een hype in de media?
Boeken doen er voor de nieuwe generatie steeds minder toe. Toch verwacht Couwenberg dat er de in de berm van de elektronische snelweg nog wel een traditionele leescultuur in stand zal blijven.
Ook de Nederlandse politiek komt aan de orde. Couwenberg ziet graag dat politieke partijen meer gaan fungeren als platform, een systeem dat in Amerika goed functioneert. Partijen zouden moeten openstaan voor discussies met deskundigen, maatschappelijke organisaties en andersdenkenden, naast hun taak om volksvertegenwoordigers en politieke leiders te selecteren. Het kompas van de opiniepeiling moet niet altijd gericht moet zijn op politieke zelfhandhaving.
De buitenlandse politiek bespreekt Couwenberg alleen in grote lijnen. Het moslimterrorisme dat zich onder de vlag van al-Qaida doet gelden komt bijvoorbeeld summier aan de orde. Jongeren die weinig tot geen uitzicht hebben, willen maar al te graag helpen bij de verbreiding van de ‘zuivere’ leer van de islam en bij de voortgang van de islamitische revolutie. Vanuit hun perspectief zullen zij de ongelijke politieke en economische verhoudingen tussen noord en zuid aan de orde te stellen. Terwijl hervormers binnen de islam die zich aan het Westen willen aanpassen, hun leven vaak niet zeker zijn.
Couwenberg trekt lijnen op basis van een heldere wetenschappelijke visie. De woordkeuze en de zinsopbouw komen soms wat gecompliceerd over. Voor politici, beleidsmakers, maar ook maatschappelijk geïnteresseerde lezers is dit een boek om ook na verloop van tijd nog eens door te nemen.
Boekgegevens
Tijdsein, S. W. Couwenberg; uitg. Aspekt, Soesterberg, 2011; ISBN 978 94 6153 090 5; 287 blz.; € 22,75.