Dat blijkt uit de marktcijfers 2011 van NVM Agrarisch & Landelijk Vastgoed, die gisteren zijn gepubliceerd. De NVM spreekt van een „matig jaar.” „Over de hele linie vonden er minder transacties plaats dan in 2010.”

„De landelijke vastgoedmarkt verloopt moeizaam en zal de komende jaren moeizaam blijven”, constateert de NVM. Het grote aanbod heeft een drukkend effect op de prijzen van de ooit zo geliefde woonboerderij. Bovendien signaleert de NVM een afnemende trek naar het platteland ten gunste van de stad. „Vanwege enerzijds de hoge woonlasten en anderzijds omdat mensen vaak toch liever dicht bij alle voorzieningen willen wonen.”

De verkoopbaarheid van agrarisch vastgoed is sterk afhankelijk van de sector en de locatie. De markt voor glastuinbouwbedrijven bijvoorbeeld verloopt „zeer stroef”, in de akkerbouw daarentegen gaat het beter.

„De knelpunten in de agrarische markt zitten vooral in de intensieve veehouderij en de glastuinbouw”, vat de NVM 
samen. Beide sectoren hebben last van veel aanbod en weinig vraag.

De grond op het platteland is nog wel gewild. De vraag vanuit de agrarische sector blijft bestaan. „Ook particulieren en beleggers bewegen zich steeds meer op de grondmarkt.” De prijzen zijn het afgelopen jaar over het algemeen opgelopen. „Ook al heeft de grootste koper, de overheid, zich uit de markt teruggetrokken.”

De NVM verwacht niet dat de markt zich dit jaar heel anders ontwikkelt dan in 2011 het geval was. De verwachting is dat meer bedrijven in vooral de intensieve veehouderij te koop komen te staan, en dat grond nog gewilder wordt. Vooral melkveehouders melden zich daarvoor aan. „Gebouwen zijn moeilijker verkoopbaar. De belangstelling voor complete bedrijven zal verder dalen.”