Al tachtig Mandeeërs gedood door Iraakse moslims
Sinds de val van Bagdad in april zijn in Irak al meer dan tachtig Mandeeërs vermoord. Gevreesd wordt dat deze gnostische sekte, volgelingen van Johannes de Doper, niet zal overleven in het Irak van na de oorlog.
Met het vertrek van Saddam Hussein is de islamitische hartstocht weer opgelaaid. En daarmee nam ook de vervolging van de Mandeeërs toe. In een rapport schrijft de Sabian Mandaean Association of Australia (SMAA): „Het seculiere regime van Saddam heeft het islamitisch extremisme in zekere mate in de hand gehouden. In de aanloop naar de oorlog echter deed het Iraakse regime bewust een appèl op de gevoelens van moslims ten aanzien van kafirs (ongelovigen). De haatgevoelens zijn ook opgelaaid doordat de televisie een aanhoudende stroom van venijnige haatpropaganda tegen niet-moslims uitzendt.”
In de dagen die volgden op de val van Bagdad werden alleen al in deze stad dertig Mandeeërs vermoord. Een man werd in zijn huis aangevallen en ernstig verwond. Een Mandese dokter die hem -zonder anesthesie- opereerde, werd de volgende dag om het leven gebracht, zo bericht de commissie godsdienstvrijheid van de World Evangelical Alliance. Ten minste twintig Mandese vrouwen en jonge meisjes zijn verkracht. In werkelijkheid zal dit aantal nog veel hoger liggen, omdat de meeste aanrandingen door schaamte en angst niet worden aangegeven.
De Mandese gemeenschap is kwetsbaar. Niet alleen doordat de mandeeërs veracht worden, maar ook doordat ze ongewapend zijn en zichzelf dus niet kunnen verdedigen.
Het verkrachten van Mandese vrouwen wordt door moslims gezien als een daad waarmee ze zichzelf kunnen zuiveren. Mandeeërs zijn voor hen „kafirs” en onreinen. Om die reden hebben de sekteleden grote moeite met het krijgen van scholing en werk.
Veel Mandeeërs zijn inmiddels, vanwege de aanhoudende vervolgingen geëmigreerd. Anderen vluchtten naar Azië om daar asiel aan te vragen. Ze moeten de strijd aanbinden met vervalste informatie en propaganda om de vluchtelingenstatus te verkrijgen.
De oorsprong van de volgelingen van Johannes de Doper ligt in Jordanië. Vervolging in de eerste eeuw dwong hen te emigreren. Hun aantal wereldwijd wordt geschat op ongeveer 100.000. Ze wonen voornamelijk in Irak en Iran.
De sekte heeft de afgelopen 1400 jaar geleden onder vervolgingen door moslims. Vaak werd zij het slachtoffer van massamoorden. In 1870 werd een Mandese gemeenschap in haar geheel vermoord.
Getreiter en misbruik gaan gepaard met geweld. Dit gebeurt op straat. Mandese echtparen worden gedwongen te scheiden, zodat zij alsnog met een moslims kunnen trouwen en hun Mandese identiteit verliezen.
Jenö Sebök, medewerker van de organisatie Open Doors, is geschrokken van de hoeveelheid moorden in de afgelopen drie maanden. „Als de Mandeeërs in zulke grote aantallen vermoord worden, zouden christenen wel eens het volgende slachtoffer kunnen zijn. Er zijn in ieder geval groepen onder de moslims die er zo over denken.”
Toch lopen christenen in Irak volgens Sebök minder gevaar dan deze volgelingen van Johannes de Doper. „De christenen en de Joden zijn de zogenaamde „mensen van het boek.” De Joden hebben de thora, de christenen het Evangelie. Zij genieten om die reden een zekere mate van bescherming, ook al zijn zij tweederangsburgers. De Mandeeërs gelden niet als mensen van het boek. Ze zijn Joods noch christelijk.”