Verkrachtingsepidemie teistert Maleisië
Iedereen in Maleisië kent het tragische verhaal van Canny Ong. Dagenlang verscheen het portret van de 28-jarige Maleisische Chinese op de voorpagina’s van de kranten. De jonge it-analiste, die normaal in de Verenigde Staten woonde, werd drie weken geleden in een parkeergarage van een van Kuala Lumpurs modernste winkelcentra ontvoerd, en vervolgens verkracht en vermoord. Hoewel dit geval dramatisch is afgelopen, is het bekende kost voor de Maleisiërs.
Iedere dag staan de kranten vol berichten over verkrachting en incest. ”Grootvader, vader en oom misbruiken kleindochter/ dochter/nichtje”, ”Groep jongens misbruikt schoolmeisje”. Maleisiërs schudden het hoofd maar kijken er niet meer van op.
Naar schatting worden er in het land maar liefst bijna 15.000 vrouwen per jaar verkracht, aldus de All Women’s Action Society (AWAM), een koepel van Maleisische vrouwenorganisaties. Een enorm aantal, waarbij incest en verkrachting binnen het huwelijk niet zijn meegerekend.
AWAM, die spreekt over een heuse epidemie, baseert haar cijfers op de officiële statistieken van de politie. Ze houdt er daarbij rekening mee dat het om het topje van de ijsberg gaat, aangezien veel vrouwen geen aangifte doen uit angst voor stigmatisering en wraak door de dader. Het aantal gevallen neemt jaarlijks alleen maar toe.
Na de moord op Canny Ong is de regering van plan de straf op verkrachting en incest aan te scherpen. De maximale straf wordt verhoogd van twintig naar dertig jaar, en in de toekomst kunnen ook mannen boven de 50 rekenen op zweepslagen, iets wat nu niet mogelijk is. „Als een man van 50 iemand kan verkrachten, dan moet hij ook tegen zweepslagen kunnen”, zegt minister van Justitie Rais Yatim. Winkelcentra hebben meer veiligheidsbeambten aangesteld en elektronische bewaking laten aanbrengen.
Toch doet de regering te weinig, zegt Maria Chin Abdullah, coördinator van de campagne tegen verkrachting die AWAM onlangs heeft georganiseerd. „Preventie is beter dan zwaardere straffen. We hebben hier de doodstraf op drugshandel, maar ook het drugsprobleem blijf zorgwekkend groot.”
De overheid moet volgens Abdullah betere voorlichting op scholen geven. „Maleisische jongeren krijgen geen seksuele voorlichting, omdat dit volgens het ministerie van Onderwijs zou leiden tot meer promiscuïteit.” Veel mannen hebben een bijzonder seksistisch beeld van vrouwen, zegt ze. „Op het woord vagina heerst al een taboe, hoe kun je dan verwachten dat een verkrachte vrouw zich bij de politie gaat melden?”
Volgens Abdullah ligt een groot deel van de schuld ook bij de politie, die niet alleen ongevoelig en ontoegankelijk is voor slachtoffers, maar zich bovendien zelf schuldig maakt aan seksueel misbruik van arrestanten. AWAM vindt dat de huidige definitie van verkrachting verouderd en ontoereikend is, en dat bijvoorbeeld verkrachting binnen het huwelijk er ook onder moet vallen. De organisatie startte vorige week naar aanleiding van de moord op Canny Ong een nieuwe campagne.
Vorige jaar merkte Marina Mahathir, de vrijgevochten dochter van huidige premier Mahathir Mohamad, in haar column in een lokale krant op dat iedereen over incest praat, maar dat verder niemand naar achterliggende oorzaken zoekt. Opvallend is dat de meeste gevallen van incest en verkrachting plaatshebben onder islamitische Maleiers, waar mannen en vrouwen in grotendeels gescheiden werelden leven. Maleisië kent naast islamitische Maleiers veel hindoestaanse Indiërs en boeddhistische, taoïstische en christelijke Chinezen.
In de twee meest islamitische staten van Maleisië, Kelantan en Terengganu, bestaan plannen om de hudud in te voeren, het strafrecht onder de islamitische wetgeving. Onder deze wet zou een vrouw in geval van een verkrachting vier islamitische getuigen van goede wil moeten hebben. „Een belachelijke wet”, zegt Abdullah. „Hoe kunnen er nu vier getuigen zijn die bij zo’n misdrijf zomaar toekijken? Op die manier zullen er nog maar zelden aangiften binnenkomen. Dan wordt de situatie nog erger dan ze al is.”