Amerikaanse dollar bestaat 150 jaar
Bijna 60 procent van alle nieuwe Amerikaanse dollars komt uit Fort Worth. Iedere werkdag weer voor 582 miljoen aan knisperende biljetten. Kijken mag, thuis namaken niet.
Geld groeit aan bomen noch op iemands rug. Geld wordt gedrukt in zwaarbewaakte fabrieken. Als het om de Amerikaanse dollar gaat, gebeurt dat op twee plaatsen in de Verenigde Staten: in de hoofdstad Washington en in de Texaanse stad Fort Worth. Per dag drukken ze in Texas 20,3 miljoen biljetten van 1, 2, 5, 10, 20, 50 en 100 dollar, in totaal voor 582 miljoen aan Amerikaanse valuta. Jaarlijks verlaat 139 miljard dollar de fabriek. Genoeg om aan iedere Amerikaan 445 dollar uit te delen.
De geldfabriek in Fort Worth heet officieel het Bureau of Engraving and Printing (BEP) Western Currency Facility. De dollarfabriek ligt ver buiten de stad. In de omgeving wemelt het van de politieauto’s. Opmerkelijk is dat het gebouw de vorm heeft van de piramide zoals afgebeeld op de achterkant van een 1 dollarbiljet. Er binnenkomen is ingewikkeld, met geld naar buiten komen onmogelijk. Op de parkeerplaats voor bezoekers roept een stem uit de luidsprekers ertoe op om mobieltjes, fototoestellen en wapens (this is Texas!) in de auto te laten. De toegangscontrole doet niet onder voor die van een middelgroot vliegveld.
In een gang met grote glazen ramen is er uitzicht op de werkvloer. Er zijn zeven productielijnen, vertelt Carol L. Riggs, woordvoerster van de Western Currency Facility. Uit veertien highspeed Intagliodrukpersen rollen achter elkaar grote vellen. Elk vel bevat 32 biljetten. Per uur worden er 10.000 vellen bedrukt. De vellen worden gemaakt van katoen gemengd met vlas. Dat gebeurt in een speciale papierfabriek in Dalton, Massachusetts.
Na het drukken volgt het snijden. Vervolgens worden 400 biljetten bij elkaar gepakt in een brick (steen) die op een cashpack (pallet met 16.000 biljetten) gestapeld in de kluis van de dollarfabriek in Fort Worth verdwijnt. Hoeveel geld daar precies is opgeslagen, wil Riggs niet zeggen. Vanuit de kluis gaat het geld naar een van de twaalf federale banken, verdeeld over de Verenigde Staten. „Over de weg en door de lucht”, meldt Riggs. Munten maken ze hier niet. Die komen van de US Mint in Philadelphia en Fort Knox.
Honderdjes
Voor het fiscale jaar 2012 bestelde de Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve, bij BEP 4,8 miljard biljetten, goed voor een waarde van 139 miljard dollar. Van dat gigantische aantal zijn de meeste biljetten 100 dollar waard (36 procent), gevolgd door 1 dollar (24 procent) en 20 dollar (19 procent). Het 100 dollarbiljet is al sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog het populairst. Volgens Riggs verdwijnt 60 procent van de biljetten naar het buitenland. „De hele wereld houdt van onze honderdjes.”
Vroeger bestonden er bankbiljetten met een nominale waarde tot 100.000 dollar. Deze zijn echter in 1969 uit de circulatie genomen om het criminelen lastiger te maken grote bedragen in contanten te vervoeren. Oorspronkelijk werden deze biljetten gebruikt voor transacties tussen banken. Deze biljetten met grote nominale waarde gelden in de Verenigde Staten nog wel als wettig betaalmiddel.
Vrouw
Elk biljet moet aan 32 vastgelegde veiligheidskenmerken voldoen. Een aantal daarvan is openbaar. Zo loopt er door elk biljet een zogenaamde veiligheidsdraad. Het watermerk moet identiek zijn aan de persoon op het biljet. Dat is in alle gevallen een Amerikaanse president, allemaal mannen. „Ooit werd er een vrouw op een dollarbiljet afgebeeld”, zegt Riggs. „Dat was aan het einde van de negentiende eeuw Martha Washington, de echtgenote van de eerste president van de Verenigde Staten.” Sinds 1963 staat op de achterkant van ieder dollarbiljet de tekst ”In God We Trust”. Dit naar aanleiding van een besluit van het Amerikaanse Congres in 1955.
Volgens Riggs is het vrijwel uitgesloten dat misdrukken de fabriek in Fort Worth verlaten. Glimlachend: „Maar zeg nooit nooit. Ergens in de Verenigde Staten bewaart iemand de zogenaamde ”banana note”. Een biljet waarin een stickertje zoals dat soms op een banaan zit, per ongeluk is meegedrukt.”
De 850 werknemers van BEP in Fort Worth –die vijf dagen per week in een drieploegendienst werken– worden iedere dag gecontroleerd op het meenemen van geld. Iets wat volgens Riggs niet voorkomt. De personeelsleden zijn vaak al jaren in dienst bij de dollarfabriek en trots op hun vak. „Dat wat de wereld draaiende houdt, printen wij”, glimlacht Cynthia Rawlinson, die sinds 1996 in Fort Worth werkt. De biljetten die uit de Texaanse stad komen, zijn te herkennen aan de letters FW rechtsonder op de voorkant van een biljet.
Maag
Naar schatting van de Federal Reserve is er wereldwijd voor 669 miljard aan dollars in omloop. Van alle nieuwe biljetten is 95 procent bedoeld ter vervanging van de oude. Riggs: „Ieder biljet kan 4000 keer worden opgevouwen voordat er scheuren in komen”. Een aparte afdeling van BEP houdt zich bezig met herstel van biljetten. Zo kregen ze in Fort Worth ooit een koeienmaag uit Iowa opgestuurd. In de maag zat een portemonnee die de koe had opgegeten. Er kwam 600 dollar uit.
Een verwarde Amerikaanse vrouw knipte haar geld in stukken om het zo beter te bewaren. Toen de confetti uitgezocht was, lag er voor 35.000 dollar op tafel. Wie dat thuis wil proberen, is welkom. In de souvenirshop van de Western Currency Facility zijn plastic zakjes te koop met versnipperde 5 dollarbiljetten. Wie het lukt om van de snippers weer biljetten te maken, vangt 60 dollar. „Succes met lijmen.”
Van legerpost naar geldstad
In 1862 –exact 150 jaar geleden– startte het Bureau of Engraving and Printing (BEP) in Washington met het drukken van dollars. In 1991 werd een tweede productiefaciliteit in Fort Worth geopend. De stad werd gekozen uit tachtig kandidaten. Fort Worth, in de Amerikaanse staat Texas, staat altijd een beetje in de schaduw van grote broer Dallas, de stad waar Fort Worth letterlijk mee is vergroeid. In Dallas werken de olieboeren, wordt het grote geld verdiend. Maar wij drukken het, lijken ze in Fort Worth te denken. De stad werd gesticht in 1849 als een legerpost om de kolonisten te beschermen tegen aanvallen van indianen. Niet veel later werd het een halteplaats voor het vee dat naar de markten gebracht werd. Daarom kreeg de stad de bijnaam ”cowtown” (koeienstad), een term die Fort Worth koestert.
Cocaïne en ziektekiemen
Meer dan de helft van de Amerikaanse bankbiljetten bevat sporen van cocaïne. Bovendien zijn op bijna alle biljetten ziektekiemen terug te vinden, soms meer dan op een toilet. De dollar is het meest nagemaakte geld ter wereld. Soms is dat kinderlijk eenvoudig. Zo lukte het een aantal Amerikaanse tieners om 5 dollarbiljetten om te zetten naar 100 dollarbiljetten. Om vervalsers voor te blijven, worden de (geheime) kenmerken regelmatig aangepast. Lastig is wel dat de biljetten sterk op elkaar lijken en allemaal hetzelfde groene kleurtje hebben. Wie staat er op welk biljet en hoelang gaat volgens BEP een biljet gemiddeld mee?
1 dollar – George Washington – 4,7 jaar
5 dollar – Abraham Lincoln – 3,8 jaar
10 dollar – Alexander Hamilton – 3,6 jaar
20 dollar – Andrew Jackson – 7,0 jaar
50 dollar – Ulysses S. Grant – 11,9 jaar
100 dollar – Benjamin Franklin – 21,6 jaar