Die pleitte er eind vorig jaar voor een kleine onderzoekscommissie van historici in te stellen om duidelijkheid over de kwestie te krijgen. Aanleiding daarvoor was de constatering van historicus Gerard Aalders dat de betrokkenheid van Bernhard bij de smeergeldaffaire groter is dan tot dusver werd gedacht. Ook stelde hij dat de commissie-Donner, die onderzoek deed naar steekpenningen die de prins zou hebben aangenomen van de Amerikaanse vliegtuigbouwer Lockheed, heeft geprobeerd zo weinig mogelijk strafbare feiten te vinden.

Deze conclusies komen volgens Rutte voor rekening van Aalders. De premier wijst erop dat het kabinet in 1976 heeft ingestemd met het rapport van de commissie en dat de Tweede Kamer zich daarbij heeft aangesloten.